buitenwijk
Uiterlijk
- Geluid: buitenwijk (hulp, bestand)
- bui·ten·wijk
- samenstelling van buiten en wijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenwijk | buitenwijken |
verkleinwoord | buitenwijkje | buitenwijkjes |
- een deel van de stad dat aan de rand van die stad ligt, ver buiten het centrum.
- In de buitenwijk stonden nieuwe huizen.
- ▸ Voor het eerst trok de gewone man naar het zuiden, in zijn net aangeschafte 2 CV, Renault Dauphine of Simca Aronde - en een decennium later in een Citroën Ami of Peugeot 404. 'Parijs wordt een buitenwijk van Valence, een voorstad van Saint-Paul de Vence', zong Charles Trenet in 1955 in zijn klassieker Route Nationale 7.[1]
- Het woord buitenwijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenwijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be