bevernel
Uiterlijk
- be·ver·nel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevernel | bevernellen |
verkleinwoord |
- (plantkunde) Pimpinella geslacht van kruidachtige planten uit de schermbloemenfamilie
- ▸ Geef maar toe dat u van alles ziet, maar geen fluitenkruid, of juist wel, maar dan bent u echt een kenner. Dan vindt u andere planten waarschijnlijk ook veel mooier, dan slaat uw hart pas echt over als u in een Groningse berm, zeg in de buurt van Finsterwolde, de Grote Bevernel aantreft – ook een schermbloemige plant, maar één die in Nederland alleen in Limburg voorkomt, zónder gewimperd omwindselblad, maar veel interessanter dan het ordinaire fluitenkruid, want zeldzaam.[3]
1. geslacht van kruidachtige planten uit de schermbloemenfamilie
- Het woord bevernel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevernel" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bevernel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Fluitenkruid” (22 mei 2006), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be