bankensector
Uiterlijk
- ban·ken·sec·tor
- samenstelling van bank en sector met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankensector | bankensectors bankensectoren |
verkleinwoord | - | - |
de bankensector m
- (economie) de bedrijfstak van het bankwezen
- (28-09-2015:) Nederlanders hebben nog altijd weinig vertrouwen in de bankensector en dit komt door een gebrek aan klantgerichtheid. [1]
- Het woord bankensector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.