antispeculatiebeding
Uiterlijk
- an·ti·spe·cu·la·tie·be·ding
- afleiding van samenstelling van speculatie zn en beding zn met het voorvoegsel anti-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antispeculatiebeding | antispeculatiebedingen |
verkleinwoord |
het antispeculatiebeding o
- (economie) voorwaarde in een koopcontract (meestal van een huis) dat men het gekochte pas na een bepaalde (langere) tijd mag verkopen
- ▸ Het komt voor dat overheden vastleggen dat kopers niet mogen speculeren na het overnemen van een woning, door bijvoorbeeld af te spreken dat de koper het huis een aantal jaar niet mag verkopen. Maar van zo'n 'antispeculatiebeding' zag de gemeente Haarlem af, omdat er veel achterstallig onderhoud was aan het huis.[1]
- ▸ "Ja, dat heeft hij toegezegd. Hij heeft uitentreuren gezegd dat hij niet meer gaat speculeren. Hij is aanhanger geworden van het 'antispeculatiebeding' en snapt ook dat interviews geven als minister van veiligheidsdiensten gewoon niet handig is. Alle Haagse clichés kun je wel op hem plakken. Hij is beschadigd, aangeschoten wild, hij ligt onder een vergrootglas. Kortom, hij is een gewaarschuwd man. Bij het volgende foutje gaan ook de SGP en CU zich aansluiten in het koor van partijen die roepen dat hij weg moet. Want ook voor die partijen was het een dubbeltje op zijn kant. Hij mag blijven, maar daar moesten ze wel heel lang over nadenken."[2]
- Het woord antispeculatiebeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Haarlemse huizenkopers drie ton rijker door inschattingsfout gemeente” (Maandag 9 oktober 2017, 20:25), NOS
- ↑ Weblink bron “"Plasterk is aangeschoten wild"” (Woensdag 12 februari 2014, 07:44), NOS