ani
Uiterlijk
- ani
de ani mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord anus
ani
ani
- ani
ani
ani
- niet eens, geen, geen enkel; nadruk leggend in een negatieve zin.
- «Ani se neomlouval»
- Hij verontschuldigde zich niet eens
- «Ani ruce si neumyl a už šel jíst»
- Hij had zijn handen niet eens gewassen en ging al eten
- «V tom hluku nerozumím ani slovo»
- In dat lawaai versta ik geen woord
- «Nemám ani nápad»
- Ik heb geen enkel idee
- «Ani se neomlouval»
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
ani
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Slowaaks
- Voegwoord in het Slowaaks
- Partikel in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Voegwoord in het Tsjechisch
- Partikel in het Tsjechisch
- Woorden in het Twi
- Zelfstandig naamwoord in het Twi