amsterdammertje
Uiterlijk
- Geluid: amsterdammertje (hulp, bestand)
- IPA: /ɑmstər'dɑmərtjə/
- am·ster·dam·mer·tje
- In de betekenis van ‘paaltje tegen parkeren op de stoep’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- Verkleinwoord van Amsterdammer [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | amsterdammertje | amsterdammertjes |
het amsterdammertje o dim. tant.
- een paaltje op het trottoir dat ongewenst parkeren voorkomt
- Amsterdam is beroemd om zijn amsterdammertjes op de trottoirs.
- een ronde, gevulde koek, bestaande uit twee plakjes boterdeeg waartussen een mengsel van banketspijs en amandelspijs wordt gespoten
- Het amsterdammertje is de Amsterdamse versie van de alom bekende rondo.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord amsterdammertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.