ami
Uiterlijk
- IPA: /ˈa.mi/
- a‧mi
ami
- overgankelijk liefhebben, houden van
- «Mi amas vin.»
- Ik hou van je.
- «Mi amas vin.»
infinitief | ami |
tegenwoordige tijd | amas |
verleden tijd | amis |
toekomende tijd | amos |
voorwaardelijke wijs | amus |
gebiedende wijs | amu |
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | ami | l'ami | amis | les amis |
vrouwelijk | amie | l'amie | amies | les amies |
ami m
ami
Categorieën:
- Woorden in het Esperanto
- Woorden in het Esperanto van lengte 3
- Woorden in het Esperanto met IPA-weergave
- Werkwoord in het Esperanto
- Overgankelijk werkwoord in het Esperanto
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 3
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Woorden in het Hongaars
- Betrekkelijk voornaamwoord in het Hongaars