[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

achteruitgang

Uit WikiWoordenboek

(klemtoonhomogram)

  • ach·ter·uit·gang
enkelvoud meervoud
naamwoord achteruitgang achteruitgangen
verkleinwoord achteruitgangetje achteruitgangetjes

achteruitgang m

  1. uitgang aan de achterzijde.
    • De bezoekers van het brandende café wisten via de achteruitgang te ontsnappen 

achteruitgang m

  1. het verminderen van de situatie, afname, het komen in een ongunstiger toestand
    • De oude tante was weer flink achteruitgegaan, maar leefde intussen nog wel. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be