ELF

Niet te verwarren met: elf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ELF    (hulp, bestand)
• IPA: / eʔɛlˈɛf / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ELF

Woordherkomst en -opbouw

• (initiaalwoord) extreem laagfrequent, leenvertaling van Engels ELF

Bijvoeglijk naamwoord

ELF

1. (natuurkunde) (van elektromagnetische golven) met frequenties in de frequentieband van 3- 30 Hz

   • Naast de door de ELF wisselspanning veroorzaakte elektrische velden, worden door de wisselstroom magnetische velden gegenereerd. 

Afgeleide begrippen

• ELF-straling

Gangbaarheid

• Het woord 'ELF' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Woordherkomst en -opbouw

• (initiaalwoord) Extremely Low Frequency

Zelfstandig naamwoord

ELF

1. (natuurkunde) frequentieband van 3- 30 Hz voor extreem laagfrequente elektromagnetische golven

Overerving en ontlening

• Nederlands: ELF