zemeluitslag
- ze·mel·uit·slag
- samenstelling van zemel en uitslag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zemeluitslag | |
verkleinwoord |
de zemeluitslag m
- (medisch) met een sterke afschilfering van de opperhuid gepaard gaande huidziekte
- van dat zemelen van jou heb ik een enorme zemeluitslag gekregen!
- Het woord 'zemeluitslag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.