analfabetisch
Uiterlijk
- an·al·fa·be·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | analfabetisch | analfabetischer | |
verbogen | analfabetische | analfabetischere | |
partitief | analfabetisch | analfabetischers | - |
analfabetisch
1. niet in staat om teksten te lezen
- Het woord analfabetisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "analfabetisch" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel an- in het Nederlands
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %