Wilde hyacint
Wilde hyacint | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Hyacinthoides non-scripta (L.) Chouard ex Rothm. (1944) Basioniem Hyacinthus non-scriptus L. (1753) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Wilde hyacint op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De wilde hyacint of boshyacint (Hyacinthoides non-scripta, in oudere literatuur vaak Scilla non-scripta) is een plant uit de aspergefamilie (Asparagaceae).
Naamgeving en systematiek
[bewerken | brontekst bewerken]De plant kreeg zijn wetenschappelijke naam in 1753 van Carl Linnaeus, die hem in zijn publicatie Species plantarum als Hyacinthus non-scriptus in het geslacht Hyacinthus plaatste.[1] Linnaeus verwees voor eerder gepubliceerde beschrijvingen en voor synoniemen naar zijn eigen Hortus Cliffortianus (1738),[2] naar Florae leydensis prodromus (1740) van Adriaan van Royen,[3] en naar de Pinax theatri botanici (1623) van Gaspard Bauhin.[4] De referenties hebben gemeen dat ze naar "Hyacinthus non-scriptus" in Stirpium historiae pemptades sex (1583) van Rembert Dodoens verwijzen. Bauhin vermeldt daarnaast ook nog Joachim Camerarius junior en de veel oudere Dioscorides als referenties voor de soortaanduiding "non-scriptus".
Dodoens geeft aan dat er in de klassieke literatuur twee soorten "Hyacinthus" te vinden zijn.[5] De soort die "scriptus" wordt genoemd vermeldt hij in de inleiding van zijn tweede boek.[6] Hier verhaalt hij van de jongeling Hyakinthos, uit wiens bloed de hyacint zou zijn ontsproten, en waarop de tranen van de om hem wenende Apollo de letters "ai ai" gevormd zouden hebben. De andere soort was kleiner, en kon (om aan te geven dat het een andere soort dan de eerste was) non-scriptus genoemd worden.[7]
De soort werd in 1803 door Johann Centurius von Hoffmannsegg en Johann Heinrich Friedrich Link in het geslacht Scilla geplaatst. De plaatsing in het geslacht Hyacinthoides, die nu veelal wordt gevolgd, gebeurde voor het eerst in 1934 door Pierre Chouard en werd in 1944 formeel gepubliceerd door Werner Hugo Paul Rothmaler.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De bladeren zijn lijn-lancetvormig, lang en 0,3-1 cm breed.
De geurende bloemen zijn buis- tot licht klokvormig en hebben gele helmknoppen. Alleen de uiteinden van de tepalen zijn teruggebogen. De bloemen zijn trosvormig gegroepeerd, en hangen naar een zijde. Witte exemplaren worden vaak aangetroffen. Roze vormen zijn zeldzamer. De vrucht is eivormig, de zaden zijn zwart.
De favoriete standplaats is in loofbossen. De plant vermeerdert zich door zaadvorming en vegetatief door bijbolletjes.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]De plant is afkomstig uit West-Europa. Het verspreidingsgebied beslaat het noorden van het Iberisch Schiereiland, de Britse Eilanden, West-Frankrijk en West-België. Elders zoals in West-Nederland en Noordwest-Duitsland is de plant vermoedelijk verwilderd.
In het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika wordt de soort vervangen door de Spaanse hyacint Hyacinthoides hispanica, die bredere bladeren (1-1,5 cm) en een rechtopstaande stengel met geurloze, klokvormige bloemen met blauwe helmknoppen heeft.
In België komt de wilde hyacint voor ten westen van de lijn Mechelen, Gembloers, Namen en Maas.[8][9]
In Nederland treft men de plant vooral in de binnenduinen. De in Nederland voorkomende planten worden meestal opgevat als te zijn ontstaan door bastaardering van Hyacinthoides non-scripta en Hyacinthoides hispanica, waarvan beide waarschijnlijk niet (meer) in zuivere vorm voorkomen. Hoewel men plaatselijk wel enkele planten kan vinden met ogenschijnlijk 'zuivere' kenmerken van één der oudersoorten, lijkt het beter om zulke planten op te vatten als de uiterste vormen van de volkomen vruchtbare hybridenzwerm van de oorspronkelijke soorten.[10][11]
Ecologische aspecten
[bewerken | brontekst bewerken]De plant wordt bestoven door hommels en zweefvliegen.
De plant wordt bedreigd door twee oorzaken:
- Ontbossing: de soort groeit alleen in oude bossen, en wegens haar grote zaden zaait ze zich slechts in haar onmiddellijke omgeving uit.
- Tuinen: door het in tuinen aanplanten van de Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica) ontstaat er in toenemende mate bastaardering.
De krachtige hybride, Hyacinthoides ×massartiana heeft bredere bladeren (1,5-4 cm), zwakgeurende, licht klokvormige bloemen met blauwachtige meeldraden op een minder gebogen stengel. De hybride is fertiel en door terugkruising ontstaan tal van tussenvormen. Daardoor is er een reëel risico dat de soortechte Hyacinthoides non-scripta op termijn op veel plaatsen verloren zal gaan.
Plantengemeenschap
[bewerken | brontekst bewerken]De wilde hyacint is een kensoort voor het onderverbond Ulmenion carpinifoliae van het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).
Het is ook een indicatieve soort voor het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (Endymio-Carpinetum) en voor het eiken-beukenbos met wilde hyacint (Endymio-Fagetum).
-
Plant met witte bloemen in de duinen ten zuiden van Scheveningen
-
Plant met roze bloemen in het Hallerbos
-
Bloemdiagram
-
Vruchten
Voetnoten
- ↑ Linnaeus, C. (1753). Species plantarum: 316
- ↑ Linnaeus, C. (1738). Hortus Cliffortianus: 127
- ↑ Royen, A. van (1740). Florae leydensis prodromus: 27
- ↑ Bauhin, G. (1623). Pinax theatri botanici: 43
- ↑ Dodoens, R. (1583). Stirpium historiae pemptades sex: 215
Dodoens schrijft: "Hyacinthus apud Veteres duplex reperitur. Unus a Theocrito Scriptus cognominatur." [Bij de "Ouden" kunnen twee soorten Hyacinthus worden gevonden. De een wordt door Theocritus "Scriptus" genoemd.] - ↑ Dodoens, R. (1583). Stirpium historiae pemptades sex: 199 laatste regel, en begin volgende pagina
- ↑ Doedoens schrijf (p. 215): "alter minor, Non scriptus dici potest" [de ander is kleiner, en kan "non-scriptus" worden genoemd].
- ↑ Lambinon, J., Delvosalle, L. & Duvigneaud, J. (2004). Nouvelle Flore de la Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg, du Nord de la France et des régions voisines (ptéridophytes et spermatophytes), cinquième édition, Jardin Botanique national de Belgique, Meise, ISBN 90 72619 58 7
- ↑ SIBW-Espèces-Formulaire de cartographie des plantes (Kaart 1215) Verspreiding van de wilde hyacint in België
- ↑ Wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- ↑ Heukels / Van der Meijden, Flora van Nederland, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1983 – ISBN 90 01 38002 6
Externe links
- Wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta) in: van Uildriks, F. & V. Bruinsma (1898) - Plantenschat; op de Nederlandstalige Wikisource.