[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Verkiezing van de Nationale Vergadering van Weimar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De verkiezing van de Nationale Vergadering van Weimar vond op 19 januari 1919 plaats.

Na de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en de afdanking van de Keizer werd het belangrijk om tot een nieuwe grondwet te komen. Belast met het opstellen daarvan werd een grondwetgevende vergadering, die via algemeen, enkelvoudig kiesrecht moest worden gekozen. Omdat er nog geen vredesverdrag met de Entente-mogendheden was, werd er door de nieuwe Duitse regering besloten om de verkiezingen te houden in alle streken die voor de oorlog onderdeel uitmaakten van het Duitse Rijk. Uitgesloten waren echter het reeds door Frankrijk geannexeerde Elzas-Lotharingen en het door Polen bezette Posen.

Op 19 januari 1919 kozen de kiesgerechtigde Duitse mannen en vrouwen, 423 leden tellende grondwetgevende vergadering. De meeste zetels gingen naar de centrumlinkse partijen, de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (Sozialdemokratische Partei Deutschlands), de rooms-katholieke Duitse Centrumpartij (Deutsche Zentrumspartei) en de links-liberale Duitse Democratische Partij (Deutsche Demokratische Partei).

De nieuwgekozen grondwetgevende vergadering kwam niet in het onrustige Berlijn bijeen, maar in het provinciaalse en verlichte Weimar. De nieuwe grondwet die aldaar werd aangenomen kreeg de bijnaam "Grondwet van Weimar" (11 augustus 1919) en het Duitsland van 1919 tot 1933 kreeg dan ook de bijnaam "Weimarrepubliek."

Zetelverdeling Nationale Vergadering Weimar 1919
22
163
75
4
1
91
19
1
1
44
22 163 75 91 19 44 
De 421 zetels zijn als volgt verdeeld:
Kaart met de uitslag van de verkiezingen
Partij % zetels
Sociaaldemocratische Partij van Duitsland
(Sozialdemokratische Partei Deutschlands)
37,9% 163[1]
Centrumpartij
(Zentrumspartei)
19,7% 91
Duitse Democratische Partij
(Deutsche Demokratische Partei)
18,6% 75
Duitse Nationale Volkspartij
(Deutschnationale Volkspartei)
10,3% 44
Onafhankelijke Sociaaldemocratische Partij van Duitsland
(Unabhängige Sozialdemokratische Partei Deutschlands)
7,6% 22
Duitse Volkspartij
(Deutsche Volkspartei)
4,4% 19
Beierse Boerenbond
(Bayerischer Bauernbund)
0,9% 4
Duits-Hannoveraanse Partij
(Deutsch-Hannoversche Partei)
0,3% 1
Sleeswijk-Holsteinse Boeren- en Landarbeidersdemocratie
(Schleswig-Holsteinische Bauern- und Landarbeiterdemokratie)
0,2% 1
Verkiezingsverbond van Brunswijk
(Braunschweigischer Landeswahlverband)[2]
0,2% 1
Totaal 100% 423
  1. Na de verkiezing van twee SPD'ers door kiesgerechtigde Duitse militairen van het Oostelijke Leger kwam het aantal gekozen SPD'ers op 165
  2. Verkiezingsalliantie van de DVP, DNVP en de Partij van Nedersaksen en Brunswijk
  • (de) Verkiezingsuitslag 1919