Molly Wemel
Molly Wemel-Protser | ||||
---|---|---|---|---|
Personage uit Harry Potter | ||||
Kledij van Molly Wemel
| ||||
Huisvrouw | ||||
Engelse naam | Molly Weasley-Prewett | |||
Geslacht | Vrouw | |||
Geboren | 30 oktober 1949[1] | |||
Haar | Rood | |||
Oogkleur | Bruin | |||
Getrouwd met | Arthur Wemel | |||
Kind(eren) | Bill, Charlie, Percy, Fred, George, Ron, Ginny | |||
Afdeling | Griffoendor | |||
Afstamming | Volbloed heks | |||
Trouw aan | De Orde van de Feniks | |||
Filmvertolker | Julie Walters | |||
Personage vanaf | Het eerste boek | |||
|
Molly Wemel-Protser (Engels: Molly Weasley-Prewett) (30 oktober 1949) is een personage uit de Harry Potter-boekenreeks van J.K. Rowling. Ze is heks en huisvrouw, en getrouwd met Arthur Wemel. Samen hebben ze zeven kinderen.
Haar twee jongste kinderen, Ron en Ginny, zijn goed bevriend met Harry Potter en Hermelien Griffel. Molly heeft hen beiden onder haar vleugels genomen en overlaadt hen met moederliefde. Ze behandelt hen als haar eigen kinderen.
Molly houdt ervan om haar huis op orde te hebben. Dat valt niet mee met zoons als Fred en George Wemel. Ze hecht erg veel waarde aan regels en bewondert daarom haar zoon Percy meer dan haar andere zoons. Percy is haar nooit tot zorg geweest: als er iemand is die naar de regels en geldende wetten leeft is hij het wel. Molly heeft zich echter zelf niet altijd aan de regels gehouden: in de tijd dat ze op Zweinstein zat heeft ze, samen met haar toenmalige vriendje Arthur Wemel (nu haar echtgenoot), regelmatig de avondklok overtreden.
Molly heeft al haar kinderen thuis lesgegeven voordat ze naar Zweinstein gingen. In de toverwereld is dit een veelvoorkomend alternatief voor de lagere school.
Molly heeft, net als haar man en al haar kinderen, bij Griffoendor gezeten.
Molly's grootste angst is het verliezen van hen die haar lief zijn. Dit wordt in het verhaal duidelijk gemaakt door een Boeman, die probeert haar bang te maken. Molly's angst is verklaarbaar: haar broers Gideon en Fabian Protser zijn in de Eerste Tovenaarsoorlog vermoord door Dooddoeners (onder anderen door Bellatrix van Detta en Antonin Dolochov). Hierdoor is Molly vaak overbezorgd om haar kinderen (met name om Ginny) en om Harry.
In het vijfde boek keurde Molly het gedrag van zowel Sirius Zwarts als Levenius Lorrebos af. Dat van Zwarts omdat ze vond dat hij onverantwoordelijk en gehaast had gehandeld, en dat van Lorrebos omdat hij Harry had moeten bewaken maar in de tussentijd met zijn louche handelspraktijken bezig was (hij was gestolen ketels aan het ophalen). Ondanks haar afkeur hielp Molly Sirius toch veelvuldig met koken en opruimen op het Grimboudplein nummer 12.
In het zevende boek doodt ze, in een hevig gevecht, Bellatrix van Detta, waarna Voldemort haar aanvalt. Ze wordt gered door Harry, die daarna Voldemort verslaat. Hoewel Marcel Lubbermans door velen als de voor de hand liggende persoon werd gezien om Bellatrix te verslaan, laat de schrijfster in een interview weten dat het altijd haar bedoeling is geweest om Molly dit te laten doen. Hiermee zet Rowling de obsessieve liefde van Bellatrix voor Voldemort lijnrecht tegenover de moederliefde van Molly. Rowling wil hiermee eveneens aantonen dat huisvrouwen die kiezen voor hun gezin ook zeer getalenteerd kunnen zijn.[2]