[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Mediterranean Fleet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Commanders in Chief van de Middellandse Zeevloot I
Commanders in Chief van de Middellandse Zeevloot II

De British Mediterranean Fleet of de Britse Middellandse Zeevloot was een deel van de Royal Navy. Ze bestond tussen het midden van de 17e eeuw tot 1967.

Voor de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

De vloot was tijdens zijn geschiedenis een van de meest prestigieuze commando’s van de marine. De vloot moest de zeeroutes tussen Groot-Brittannië en het grootste deel van het Britse Rijk op het Oostelijk halfrond beschermen. De eerste opperbevelhebber van de vloot werd rond 1665 genoemd en de vloot bleef tot 1967 bestaan.

Malta, deel van het Britse Rijk sinds 1814, werd gebruikt als bevoorradingsstation en was tot midden jaren dertig van de 20e eeuw het hoofdkwartier van de Mediterranean Fleet.

In de laatste decennia van de 19e eeuw was de Mediterranean Fleet de grootste vloot van de Royal Navy. Ze omvatten tien eerste klasse slagschepen – dubbel zoveel als de Channel Fleet – en meerdere grote en kleinere schepen. In 1893 verdronk vice-admiraal Sir George Tyron toen zijn vlaggenschip HMS Victoria op de HMS Camperdown botste en binnen vijftien minuten zonk.

In 1914 werden de HMS Inflexible en de HMS Indomitable, twee slagkruisers van de Invincible-klasse toegevoegd aan de Mediterranean Fleet. De twee schepen vormden samen met de HMS Indefatigable de kern van de Mediterranean Fleet en waren betrokken bij de achtervolging van SMS Goeben en SMS Breslau.

In 1926 werd het vlaggenschip van de Mediterranean Fleet, de HMS Warspite, gemoderniseerd. Onder het bevel van admiraal Roger Keyes bereikte de vloot een hoogtepunt. Onder Keyes dienden officieren als Dudley Pound (chef-staf), Ginger Boyle (commandant van een kruisereskader) en Augustus Agar (commandant van een torpedojagereenheid).

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

De vloot verhuisde net voor de Tweede Wereldoorlog naar Alexandrië, Egypte vanwege mogelijke luchtaanvallen vanaf het Italiaanse vasteland.

Op 3 september 1939 stond de Mediterranean Fleet onder bevel van admiraal Andrew Cunningham. De vloot bestond naast het vlaggenschip HMS Warspite uit de 1e Battle Squadron, 1e Cruiser Squadron, 3e Cruiser Squadron, 1e Destroyer Flotilla, 2e Destroyer Flotilla, 3e Destroyer Flotilla, 4e Destroyer Flotilla, onderzeeërs en het vliegkampschip HMS Glorious.[1]

In 1940 viel de Mediterranean Fleet de Italiaanse vloot bij Tarente aan door middel van luchtaanvallen. Andere belangrijke zeeslagen waar de vloot bij was betrokken was de Slag bij Kaap Matapan en de Slag om Kreta. De vloot moest later Italiaanse en Duitse versterkingen en bevoorrading voor de Noord-Afrikaanse Veldtocht blokkeren.

Na de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In oktober 1946 waren eenheden van de Mediterranean Fleet betrokken geraakt bij de Straat van Korfoe-incidenten. De gebeurtenis begon toen de HMS Saumarez in de Straat van Korfoe op een mijn liep. De zeestraat werd in de daaropvolgende operatie, onder bescherming van de HMS Ocean, twee kruisers, drie torpedojagers en drie fregatten, door elf mijnenvegers schoongeveegd.[2] Later was de vloot betrokken bij operaties om te verhinderen dat joodse vluchtelingen uit de nazi-kampen zich in het Mandaatgebied Palestina zouden vestigen.

In juli 1947 bezochten twee vliegkampschepen (de HMS Ocean en de HMS Triumph) Istanbul en de HMS Liverpool, HMS Chequers en de HMS Chaplet bezochten Sebastopol. Het slagschip HMS Vanguard diende in 1949 voor zes maanden bij de Mediterranean Fleet en keerde in 1954 voor een korte tijd terug tijdens een gezamenlijke oefening met de Home Fleet.

Tussen 1952 en 1967 was de post van opperbevelhebber van de Mediterranean Fleet gecombineerd met die van NAVO-bevelhebber over alle geallieerde eenheden in het Middellandse Zeegebied. In 1956 werd de vloot ingezet bij de Suezcrisis.

In de jaren zestig daalde het belang om een route tussen Groot-Brittannië en de Britse gebieden vanwege de afbrokkeling van het Britse Rijk in stand te houden. Ook werd het zwaartepunt van de marine vanwege de Koude Oorlog verplaatst naar het noordelijk Atlantisch gebied. De Mediterranean Fleet werd uiteindelijk in 1967 opgeheven. De schepen en installaties werden overgedragen aan de Britse Eastern Fleet.

De Royal Navy is nog in de Middellandse Zee aanwezig als haar schepen deel uit maken van het multinationale NAVO-eskader Standing NATO Response Force Maritime Group 2, de NAVO-opvolger van de Standing Naval Force Mediterranean.

Bevelhebbers Mediterranean Fleet

[bewerken | brontekst bewerken]

De bevelhebbers waren:[3][4][5]

Bevelhebber Van Tot Vlaggenschip Opmerking
Vice-admiraal Charles Saunders januari 1757 mei 1757
Vice-admiraal Henry Osborn[6] mei 1757 april 1760
Vice-admiraal Sir Charles Saunders april 1760 1763
Vice-admiraal Augustus Hervey 1763 ?
Vice-admiraal Sir Richard Spry 1766 1769
Vice-admiraal Earl Howe[7] 1770 c.1776
c.1776 1783
Vice-admiraal Sir John Lindsay 1783 1784
Vice-admiraal Phillips Cosby 1785 1789
1789 1793
Vice-admiraal Sir Samuel Hood februari 1793 oktober 1794
Vice-admiraal Lord Hotham oktober 1794 november 1795
Vice-admiraal Lord Jervis 1796 1799
Vice-admiraal Lord Keith november 1799 1802
Vice-Admiral Lord Nelson[8][9] mei 1803 januari 1805 stierf tijdens de Slag bij Trafalgar
Vice-admiraal Lord Collingwood 1805 1810
Vice-admiraal Sir Charles Cotton[10] 1810 1811
Vice-admiraal Sir Edward Pellew 1811 1814
Vice-admiraal Sir Charles Penrose 1814 1815
Vice-admiraal Lord Exmouth 1815 1816
Vice-admiraal Sir Charles Penrose 1816 1818
Vice-admiraal Sir Thomas Fremantle[11] 1818 1820
Vice-admiraal Sir Graham Moore 1820 1823
Vice-admiraal Sir Harry Burrard-Neale 1823 1826
Vice-admiraal Sir Edward Codrington 1826 1828
Vice-admiraal Sir Pulteney Malcolm 1828 1831
Vice-admiraal Sir Henry Hotham[8][9] 30 maart 1831 19 april 1833 Stierf op 19 april 1833.
Vice-admiraal Sir Pulteney Malcolm 3 mei 1833 18 december 1833
Vice-admiraal Sir Josias Rowley 18 december 1833 9 februari 1837
Admiraal Sir Robert Stopford 9 februari 1837 14 oktober 1841
Vice-admiraal Sir Edward Owen 14 oktober 1841 27 februari 1845
Vice-admiraal Sir William Parker 27 februari 1845 13 juli 1846 Parker was in juli 1846 kort First Naval Lord maar vroeg toestemming om naar de Mediterranean Fleet terug te keren op grond van zijn gezondheid[12]
Vice-admiraal Sir William Parker 24 juli 1846 17 januari 1852
Rear-Admiral Sir James Dundas 17 januari 1852 1854 Vice-adm. 17 december 1852
Rear-Admiral Sir Edmund Lyons 1854 22 februari 1858 Vice-adm. 19 maart 1857
Vice-admiraal Sir Arthur Fanshawe 22 februari 1858 19 april 1860 HMS Marlborough[13]
Vice-admiraal Sir William Martin 19 april 1860 20 april 1863 Marlborough[14]
Vice-admiraal Sir Robert Smart 20 april 1863 28 april 1866 Marlborough[15] dan HMS Victoria[16]
Vice-admiraal Lord Clarence Paget 28 april 1866 28 april 1869 Victoria dan HMS Caledonia[17]
Vice-admiraal Sir Alexander Milne 28 april 1869 25 oktober 1870 HMS Lord Warden[18] Adm. 1 april 1870
Vice-admiraal Sir Hastings Yelverton 25 oktober 1870 13 januari 1874 Lord Warden[19]
Vice-admiraal Sir James Drummond 13 januari 1874 15 januari 1877 Lord Warden dan HMS Hercules[20]
Vice-admiraal Sir Geoffrey Hornby 5 januari 1877 5 februari 1880 HMS Alexandra[21] Adm. 15 juni 1879
Vice-admiraal Sir Beauchamp Seymour 5 februari 1880 7 februari 1883 HMS Inconstant en HMS Alexandra[22] Adm. 6 mei 1882
Vice-admiraal Lord John Hay 7 februari 1883 5 februari 1886 HMS Alexandra[23] Adm. 8 juli 1884
Vice-admiraal Duke of Edinburgh 5 februari 1886 11 maart 1889 HMS Alexandra[24] Adm. 18 oktober 1887
Vice-admiraal Sir Anthony Hoskins 11 maart 1889 20 augustus 1891 HMS Alexandra maart 89 - dec 89
HMS Camperdown dec 89 - mei 90
HMS Victoria vanaf mei 90 [25]
Adm. 20 juni 1891
Vice-admiraal Sir George Tryon 20 augustus 1891 22 juni 1893 HMS Victoria[26] Stierf tijdens een oefening met de HMSVictoria
Admiraal Sir Michael Culme-Seymour 29 juni 1893 10 november 1896 HMS Ramillies[27]
Admiraal Sir John Hopkins 10 november 1896 1 juli 1899 HMS Ramillies[28]
Admiraal Sir John Fisher 1 juli 1899 1902 HMS Renown
Admiraal Sir Compton Domvile[29] 1902 juni 1905 HMS Bulwark[28]
Admiraal Lord Charles Beresford[30][31][32] benoemd 1 mei 1905
nam commando over 6 juni 1905
februari 1907 HMS Bulwark
Admiraal Sir Charles Drury[33] benoemd 5 maart 1907
nam commando over 27 maart 1907
1908 HMS Queen
Admiraal Sir Assheton Curzon-Howe[34][35] benoemd 20 november 1908
nam commando over 20 november 1908
1910 HMS Exmouth
Admiraal Sir Edmund Poë[35][36] benoeming 30 april 1910
nam commando over 30 april 1910
november 1912 HMS Exmouth[28]
Admiraal Sir Berkley Milne[37][38][39] benoemd 1 juni 1912
nam commando over small> 12 juni 1912
27 augustus 1914 HMS Inflexible
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het station op verschillende tijden in verschillende delen opgedeeld. Er was een algehele geallieerde opperbevelhebber, die was van de Franse marine en is hier dus niet opgenomen.
Admiraal Sir Somerset Gough-Calthorpe[40] 26 augustus 1917 25 juli 1919 Commander-in-Chief Mediterranean
Vice-admiraal Sir John de Robeck[41] 26 juli 1919 14 mei 1922 HMS Iron Duke
Vice-admiraal Sir Osmond Brock[42] 15 mei 1922 7 juni 1925 HMS Iron Duke Admiraal 31 juli 1924
Admiraal Sir Roger Keyes[43] 8 juni 1925 7 juni 1928 HMS Warspite
Admiraal Sir Frederick Field 8 juni 1928 28 mei 1930 HMS Queen Elizabeth[44]
Admiraal Sir Ernle Chatfield[45] 27 mei 1930 31 oktober 1932 HMS Queen Elizabeth[44]
Admiraal Sir William Fisher[46] 31 oktober 1932 19 maart 1936 HMS Resolution later HMS Queen Elizabeth[47]
Admiraal Sir Dudley Pound[48] 20 maart 1936 31 mei 1939 HMS Queen Elizabeth[28]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Mediterranean Fleet op bepaalde tijdstippen verdeeld tussen commando’s.
Admiraal Sir Andrew Cunningham[49][50][51] 1 juni 1939
6 juni 1939
nam commando over
maart 1942 HMS Warspite augustus 1939
HMS St Angelo (basis, Malta) april 1940
HMS Warspitefebruari 1941
Commander-in-Chief, Mediterranean Fleet. Vice-admiraal Cunningham kreeg de acting rank van admiraal op 1 juni 1930 en werd op 3 januari 1941 bevorderd tot admiraal.
Admiraal Sir Henry Harwood[51][52] 22 april 1942 februari 1943 Warspite
HMS Nile (basis, Alexandrië) Aug 1942
Commander-in-Chief, Mediterranean Fleet. Vice-admiraal Harwood werd de acting rank van admiraal gegeven.
Admiraal Sir Andrew Cunningham[49][50][51] 1 november 1942 20 februari 1943 HMS Hannibal (basis, Algiers) Naval Commander Expeditionary Force (NCXF) North Africa and Mediterranean
Begin 1943 werd de Mediterranean Fleet gesplitst in een commando voor schepen en een commando voor havens en marinehavens:
Mediterranean Fleet: C-in-C Med Fleet, 15th Cruiser Squadron, Cdre. (D)
Levant: C-in-C Levant, Alexandrië, Malta, Port Said, Haifa, Bizerta, Tripoli, Mersa Matruh, Benghazi, Aden, Bone, Bougie, Philippeville
Levant werd eind december 1943 hernoemd tot Eastern Mediterranean .[51]
Admiral of the Fleet Sir Andrew Cunningham[49][50][51] 20 februari 1943 15 oktober 1943 HMS Hannibal (basis, Algiers/Taranto) Commander-in-Chief, Mediterranean Fleet.
Admiraal Sir John Cunningham[50][51] 15 oktober 1943 februari 1946 HMS Hannibal (basis, Algiers/Taranto) Commander-in-Chief, Mediterranean Station & Allied Naval Commander Mediterranean
Admiraal Sir John Cunningham[50][51] 5 juni 1943 augustus 1943 HMS Nile (basis, Alexandrië) Commander-in-Chief, Levant.
Vice-admiraal Sir Algernon Willis[51] tijdelijk 14 oktober 1943 december 1943 HMS Nile (basis, Alexandrië) Commander-in-Chief, Levant.
Vice-admiraal Sir Bernard Rawlings[51] 28 december 1943 juni 1944 HMS Nile (basis, Alexandrië) april 1944 Flag Officer, Eastern Mediterranean. Vanaf 8 juni 1944 Sir H. Bernard Rawlings
Admiraal Sir Algernon Willis[53] 1946 1948 HMS St Angelo (basis, Malta)[28]
Admiraal Sir Arthur Power 1948 1950 HMS St Angelo (basis, Malta)[28] Commander-in-Chief, Mediterranean
Admiraal Sir John Edelsten 1950 1952 HMS St Angelo (basis, Malta)[28] Commander-in-Chief, Mediterranean
Admiraal Lord Mountbatten 1952 1954 HMS St Angelo (basis, Malta)[28] Commander-in-Chief, Mediterranean
Admiraal Sir Guy Grantham[54] 10 dec 1954 10 apr 57 HMS St Angelo (basis, Malta)[28]
Vice admiraal Sir Ralph Edwards 10 apr 57 11 nov 58 HMS St Angelo (basis, Malta)[28]
Admiraal Sir Charles Lambe 11 nov 58 2 feb 59 HMS Phoenicia (basis, Malta)[28]
Admiraal Sir Alexander Bingley 2 feb 59 30 juni 61 HMS Phoenicia (basis, Malta)[28]
Admiraal Sir Deric Holland-Martin 30 juni 61 1 feb 64 HMS Phoenicia (basis, Malta)[28]
Admiraal Sir John Hamilton[55] 1 feb 1964 5 juni 1967 HMS St Angelo (basis, Malta)[28]