Gewoon stapelbekertje
Gewoon stapelbekertje | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Cladonia cervicornis (With.) J.R. Laundon (1984[1]) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Gewoon stapelbekertje op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Het gewoon stapelbekertje (Cladonia cervicornis) is een korstmos behorend tot de familie Cladoniaceae. Het leeft op de grond in symbiose met de alg Trebouxioid.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De grondschubben zijn tot 3 mm lang, oplopend en vormen dichte, lommerrijke graszoden. Aan het einde gaan ze omhoog en buigen ze terug. De onderzijde is witachtig en de bovenzijde grijsgroen en zonder soredia. De podetia zijn tot 2 cm lang, onregelmatig komvormig, grijsgroen, areolaatbast en zonder soredia. De rand van de beker heeft een wratvormige verhoging (lijkt op een kroon). Er groeien meer podetia uit de bekerranden. De apothecia zijn bruin.
De grondschubben reageren niet met kaliumhydroxide (K-) (of K+ iets gelig aan de rand) en oranjerood met parafenyleendiamine (P+). Podetia reageert niet met kaliumhydroxide-oplossing (K-) en kleurt rood met parafenyleendiamine (P+).
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]Het werd voor het eerst beschreven door de Zweedse lichenoloog Erik Acharius in 1799 als Lichen cervicornis. Julius von Flotow bracht het in 1849 over naar het geslacht Cladonia.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Het gewoon stapelbekertje komt vrij zeldzaam in Nederland voor. Het staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]
- ↑ (en) Index Fungorum. Gearchiveerd op 18 december 2022.
- ↑ BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen. Gearchiveerd op 18 december 2022.