vlammen
- vlam·men
- ww: van Middelnederlands vlammen, op te vatten als afgeleid van vlam zn met het achtervoegsel -en [1]
- zn: vlam zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlammen |
vlamde |
gevlamd |
zwak -d | volledig |
vlammen
- met heldere vlammen branden
- (informeel) snel rijden
- [1] aanvlammen, doorvlammen, ontvlammen, opvlammen
- [2] racen
de vlammen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vlam
- Het woord vlammen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlammen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be