kantig
- kan·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kantig | kantiger | kantigst |
verbogen | kantige | kantigere | kantigste |
partitief | kantigs | kantigers | - |
kantig [1]
- met veel hoeken
- Kasten vol identieke versies van de icosahedron (20-kantige vorm) donderen om, alsof er ooit een windhoos door het kunstenaarsatelier raasde. [2]
- De Renegade rijdt er niet minder om. Hij stuurt zeker, zelfs met voldoende gevoel en de kantige koets blijft behoorlijk goed overeind. Bovendien duikt hij bij het remmen nauwelijks. [3]
- De twee slachtoffers werden op hun motorjacht zwaar toegetakeld met een ‘kantig’ voorwerp. Daarna zijn ze overboord gegooid. Pas de volgende dag werden hun lichamen gevonden in het Hoendiep. [4]
- Het woord kantig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kantig" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marianne Vermeijden 27 september 2013 Een kunstenaar met papiervrees
- ↑ De Telegraaf JACO BIJLSMA 22 okt. 2014 Eerste testnotities: Jeep Renegade
- ↑ Reformatorisch Dagblad 04-06-2015 Dertig jaar cel geëist voor moord op echtpaar
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be