attachment
- Geluid: attachment (hulp, bestand)
- at·tach·ment
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bestand dat met een e-mail wordt meegezonden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1998 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attachment | attachments |
verkleinwoord | - | - |
de attachment v / m, het attachment o
- (informatica) bestand dat met een e-mail wordt meegezonden
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord attachment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
attachment | attachments |
attachment
- (informatica) attachment, bijlage, bijvoegsel
- aanhechtsel, bijvoegsel, toevoegsel
- afhankelijkheid, verslaving
- (juridisch) beslaglegging
- (economie) detachering
- genegenheid, trouw
- Zie Wikipedia voor meer informatie.