Skip to main content

Frank van Riet

When the persecution of Jews in the Netherlands began in 1942, the occupying forces used the refugee camp near Westerbork in the east as a transit camp, without modifications. The Westerbork camp was established and paid for by the... more
When the persecution of Jews in the Netherlands began in 1942, the occupying forces used the refugee camp near Westerbork in the east as a transit camp, without modifications. The Westerbork camp was established and paid for by the Dutch-Jewish community in the 1930s to house the increasing number of Jewish refugees from Germany.
Research Interests:
Research Interests:
Rotterdam police force during the Second World War.
Op maandagmiddag 9 november 1942 meldt zich een tiental rechercheurs van Groep 10, de politieke dienst van het Rotterdamse politiekorps, met enkele leden van de Sicherheitsdienst uit Rotterdam bij het hoofdbureau van politie in Dordrecht.... more
Op maandagmiddag 9 november 1942 meldt zich een tiental rechercheurs van Groep 10, de politieke dienst van het Rotterdamse politiekorps, met enkele leden van de Sicherheitsdienst uit Rotterdam bij het hoofdbureau van politie in Dordrecht. Zij hebben lijsten bij zich met daarop de namen van Joodse mannen, vrouwen en kinderen die zo snel mogelijk moeten worden opgehaald en afgevoerd. Zo'n vier maanden eerder was in Nederland een begin gemaakt met de systematische deportatie van Joden naar het oosten. Tijdens de drie dagen durende razzia's begin november krijgen de rechercheurs uit Rotterdam vooral assistentie van leden van de Dordtse politieke politie. Deze twee agenten zouden na elke 'actiedag' met hun Rotterdamse collega's de successen hebben gevierd. De feesten worden in aanwezigheid van vrouwen en onder het genot van veel sterke drank gehouden in de woningen waaruit ze eerder die dag de Joodse bewoners hebben weggevoerd. Deze informatie kwam ik tegen tijdens het onderzoek voor mijn studie Handhaven onder de Nieuwe Orde over de rol van het Rotterdamse politiekorps tijdens de Tweede Wereldoorlog. De beelden van feestende dienders bleven onwillekeurig in mijn geheugen hangen en kwamen telkens weer naar boven als er een onderwerp over de Dordtse oorlogsgeschiedenis voorbijkwam. Bij elke gelegenheid werd mijn nieuwsgierigheid meer geprikkeld en nog vele malen versterkt na een eerste digitale verkenning. De Dordtse oorlogsen bezettingsgeschiedenis leek veel meer geheimen en onopgeloste mysteries te bevatten dan ik vooraf had verwacht. Zo zou volgens de Dordtse illegaliteit, die beweerde cruciale informatie naar Londen te hebben doorgespeeld, het bombardement op Park Merwestein op 24 oktober 1944 door geallieerde vliegtuigen een groot succes zijn geweest, ondanks de ongeveer 69 burgerslachtoffers en veel beschadigde huizen. Het in het park neergestreken Duitse leger had volgens diezelfde illegaliteit grote verliezen geleden, wat zeer positief was voor het oorlogsfront, dat in oktober 1944 vlakbij Dordrecht lag. Naarmate de tijd verstreek begon dit verhaal langzaamaan scheurtjes te vertonen. Zo verschenen er geruchten dat het bombardement vooraf was aangekondigd (verraden), waardoor de Duitsers op tijd de bunkers hadden kunnen bereiken. Het door de illegaliteit genoemde aantal slachtoffers aan Duitse zijde was hierdoor meteen zeer twijfelachtig geworden. Een ander voorval uit de bezettingstijd dat vanwege diverse tegenstrijdigheden dubieus genoemd mag worden, betreft de arrestatie van Sytze Roelof (Roel) Beinema. Deze grondlegger van de Dordtse illegaliteit werd in augustus 1944 door een vuurpeloton in Vught gefusilleerd. De arrestatie zou mogelijk opzettelijk en onder valse voorwendselenhebben plaatsgevonden, met als doel een wisseling in de top van de Dordtse illegaliteit te forceren. Een uitgebreidere zoektocht in de literatuur en andere bronnen leverde al snel meer bijzonderheden op over veelal ingrijpende zaken uit de Dordtse bezettingsperiode en de nasleep daarvan. Opvallend hierbij was dat telkens dezelfde personen prominent naar voren kwamen, onder wie enkele vooraanstaande leden van de Dordtse illegaliteit en de agenten van de zeer beruchte politieke politie: Harry Evers, Theo Lukassen en later Arie den Breejen. Deze agenten hadden volgens diverse bronnen als handlangers van de Duitse Sicherheitsdienst niet alleen een forse en verwerpelijke bijdrage geleverd aan de Jodenvervolging, maar zij waren ook in grote mate betrokken bij duistere politieke aangelegenheden en bij de arrestatie van verzetsman Roel Beinema. In twee recente publicaties-Vogelvrij (uit 2010) en Jodenjacht (uit 2011)wordt summier aandacht besteed aan de medewerking van Den Breejen en Evers bij de Jodenvervolging. Met betrekking tot Evers zijn de auteurs op bijzondere feiten gestuit. In na de bevrijding afgelegde verklaringen