achtervolgend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

achtervolgend

  1. present participle of achtervolgen

Declension

[edit]
Declension of achtervolgend
uninflected achtervolgend
inflected achtervolgende
positive
predicative/adverbial achtervolgend
achtervolgende
indefinite m./f. sing. achtervolgende
n. sing. achtervolgend
plural achtervolgende
definite achtervolgende
partitive achtervolgends

Anagrams

[edit]