Training helpt leerkrachten beter omgaan met lastig gedrag, maar effect op kinderen blijft beperkt
De studie van gedragswetenschapper Kim Starreveld werpt licht op een groeiende uitdaging in het basisonderwijs: hoe kunnen leerkrachten beter worden ondersteund in het omgaan met leerlingen die regelmatig uitdagend gedrag laten zien? Kinderen die snel boos worden, vaak stoornis veroorzaken in de klas of veel aandacht vragen, vormen voor veel leerkrachten een dagelijkse worsteling.
Starreveld onderzocht de effectiviteit van VIPP-School, een video-feedback programma dat leerkrachten leert om gevoeliger te reageren op signalen van kinderen en op een constructieve manier grenzen te stellen. De centrale vraag: leidt deze ondersteuning tot merkbaar beter functioneren van kinderen én leerkrachten?
De resultaten zijn gemengd. Volgens Starreveld werden geen significante veranderingen gevonden in het gedrag van de kinderen zelf, noch in hun welbevinden op school of in de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie. Ook het zelfvertrouwen van leerkrachten nam door de training niet aantoonbaar toe.
Toch toont Starrevelds onderzoek een belangrijk positief effect: leerkrachten die de VIPP-School training volgden, bleken wél beter in staat om om te gaan met lastig gedrag – zowel bij individuele leerlingen als in de hele klas. “Dat verbeterde duidelijk meer dan bij leerkrachten die de training niet kregen,” zegt Starreveld. Kleine verbeteringen in orde houden en grenzen stellen werden eveneens gemeten, al waren die niet sterk genoeg om met zekerheid aan de training toe te schrijven.
De maatschappelijke noodzaak voor dergelijke ondersteuning is groot. Leerlingen met externaliserend gedrag – zoals impulsiviteit, agressie of sterke aandachtzoekende houding – lopen een verhoogd risico op langdurige ontwikkelingsproblemen als er niet vroeg wordt ingegrepen. Theoretische modellen, waaronder de gehechtheids- en sociale leertheorie, benadrukken al langer hoe belangrijk sensitieve en duidelijke leerkrachtinteracties zijn voor deze kinderen.
Hoewel VIPP-School volgens Starrevelds onderzoek niet direct het gedrag of welbevinden van kinderen verandert, kan de training een waardevol middel zijn om leerkrachten te versterken in een steeds complexere klaspraktijk. Dat kan op langere termijn bijdragen aan betere ondersteuning voor jonge kinderen met gedragsuitdagingen – een groep waarvoor tijdige en effectieve begeleiding cruciaal is.