NL2015988A - Drilling rig and method for use thereof. - Google Patents

Claims (20)

1. Boorinstallatie, omvattende een gelede arm met ten minste twee armsecties, en waarbij een boormotorsamenstel scharnierbaar op één van de armsecties is aangebracht.

2. Boorinstallatie volgens conclusie 1, waarbij de gelede arm een ten minste gedeeltelijk geautomatiseerde robotarm omvat.

3. Boorinstallatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de gelede arm wordt ondersteund door een armondersteuning die roteerbaar op een deelconstructie is aangebracht, en waarbij de armondersteuning ten opzichte van een armondersteuningsrotatieas roteerbaar is.

4. Boorinstallatie volgens conclusie 3, waarbij de armondersteuning roteerbaar aandrijfbaar is met een armondersteuningsaandrijving.

5. Boorinstallatie volgens conclusie 3 of 4, waarbij de deelconstructie een doorboring omvat die ten minste samenvalt met de armondersteuningsrotatieas.

6. Boorinstallatie volgens conclusie 5, waarbij de doorboring in de deelconstructie coaxiaal is aangebracht ten opzichte van de armondersteuningsrotatieas.

7. Boorinstallatie volgens één van de conclusies 3-6, waarbij de deelconstructie verder een draaisteuntafel omvat die een draaisteuntafeldoorboring en een pijpkleminrichting omvat, waarbij de draaisteuntafel roteerbaar is ten opzichte van een draaisteuntafelrotatieas.

8. Boorinstallatie volgens conclusie 7, waarbij de draaisteuntafel roteerbaar aandrijfbaar is met een draaisteuntafelaandrijving.

9. Boorinstallatie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de armondersteuning en de draaisteuntafel coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.

10. Boorinstallatie volgens één van de conclusies 7-9, waarbij de armondersteuning en de draaisteuntafel onafhankelijk van elkaar roteerbaar zijn.

11. Boorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de armsecties een stangenmechanisme met twee armdeelsecties omvat die zich in een langsrichting van de armsectie uitstrekken.

12. Boorinstallatie volgens conclusie 11, waarbij twee armsecties een stangenmechanisme met twee armdeelsecties omvatten die zich in een langsrichting van de armsectie uitstrekken.

13. Boorinstallatie volgens conclusie 11 of 12, waarbij de armsectie die het stangenmechanisme omvat scharnierbaar op de armondersteuning is aangebracht.

14. Boorinstallatie volgens één van de conclusies 11-13, waarbij ten minste één van de armdeelsecties van het stangemechanisme een lengteversteller omvat.

15. Boorinstallatie volgens conclusie 14, waarbij de lengteversteller van de armdeelsectie een hydraulische cilinder omvat.

16. Boorinstallatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de ten minste twee armsecties van de gelede arm een hydraulische actuator omvat die is ingericht voor het opheffen en laten zakken van de armsectie, waarbij de hydraulische actuator is verbonden met een accumulator die is ingericht voor het opslaan van energie wanneer de armsectie neerwaarts wordt bewogen en die is ingericht voor het hergebruiken van de opgeslagen energie wanneer de armsectie opnieuw omhoog wordt bewogen.

17. Werkwijze voor het gebruik van een boorinstallatie volgens één van de conclusies 1-16, omvattende de stap van het scharnieren van het boormotorsamenstel ten opzichte van de armsectie van de gelede arm en het verbinden van een pijpsegment met het boormotorsamenstel.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, omvattende de stap van het in een eerste scharnierrichting ten opzichte van de armsectie van de gelede arm scharnieren van het boormotorsamenstel en het verbinden van een pijpsegment met het boormotorsamenstel, het in een tweede scharnierrichting, die tegengesteld is aan de eerste scharnierrichting, scharnieren van het boormotorsamenstel, en het met het boormotorsamenstel in neerwaartse richting al dan niet borend aandrijven dan wel laten zakken van het pijpsegment en vise versa.

19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18 en gebruik makend van een boorinstallatie volgens conclusie 10, omvattende de stap van het onafhankelijk van de draaisteuntafel roteren van de armondersteuning.

20. Werkwijze volgens één van de conclusie 17-19 en gebruik makend van een boorinstallatie volgens conclusie 14, omvattende de stap van het met de lengte versteller verstellen van de lengte van de armdeelsectie.