osso
Uiterlijk
- os·so
- Van het Surinaamse oso, huis.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | osso | osso's |
verkleinwoord | - | - |
osso
- (straattaal) huis
enkelvoud | meervoud |
---|---|
osso | ossa |
osso m
- (palindroom) (anatomie) bot
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straattaal in het Nederlands
- Palindroom in het Nederlands
- Woorden in het Italiaans
- Woorden in het Italiaans van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Italiaans
- Palindroom in het Italiaans
- Anatomie in het Italiaans
- Woorden in het Oudnederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Oudnederlands
- Landbouw in het Oudnederlands
- Palindroom in het Oudnederlands