lavet
Uiterlijk
- la·vet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lavet | lavetten |
verkleinwoord |
het lavet o
- wastafel, spoelbak, waskuip
- Ons gezin met twee, later drie kinderen, woonde relatief luxe, in de enige rij eengezinswoningen die ons buurtje kende, aan de Meidoornstraat. Een woonkamer van 6 meter lang. Drie slaapkamers en een douchecel met lavet, en een per inschuifbare 'vlizotrap' (vliering/zolder) bereikbare vliering van maximaal 1,5 meter hoog, waar ik als tiener sliep en mijn ouders gebukt liepen. [1]
- Kent u ze nog, de lavetten van de beroemde Baarnse Ocrietfabriek? Het was een technische innovatie van de bovenste plank. Tot de komst van deze okerkleurige ronde granito badkuipjes, die voorzien van een kunststof schoep ook in staat waren om de was te draaien, bestond het doen van de was uit een zinken teil, ketels heet water, een geribbeld wasbord, een hard stuk Sunlight zeep en vooral veel tijd. U [2]
- badkamer
- Het woord lavet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lavet" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Volkskrant 12 januari 2011
- ↑ Volkskrant Jelle Reumer 22 juni 2010
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be