[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Amerika

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: AmericaAmérica
[1] Het werelddeel Amerika.
[2] Het land Amerika (VSA).
demoniem
inwoner Amerikaan
vrouwelijke inwoner Amerikaanse
bijvoeglijk Amerikaans
  • Ame·ri·ka
  • eponiem van de gelatiniseerde voornaam van de Florentijnse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci op Wikipedia (nl) die Amerika in het begin van 16e eeuw verkende

Amerika o

  1. (werelddeel) de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika samen
    • Wij zijn van Alaska tot Vuurland door heel Amerika gereisd. 
    • Men koos voor een vrijhandelszone voor de beide Amerika's. 
  2. (spreektaal), (toponiem: land) als totum pro parte veelgebruikte, maar technisch gezien incorrecte naam voor de Verenigde Staten van Amerika
    • Amerika staat vijandig tegenover Iran. 
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.


enkelvoud meervoud
naamwoord Amerika Amerikas
verkleinwoord

Amerika

  1. (werelddeel) Amerika; de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika samen
  2. (toponiem: land)(spreektaal) Amerika; als totum pro parte veelgebruikte, maar technisch gezien incorrecte naam voor de Verenigde Staten van Amerika
  1. Verenigde Staoten van Amerika


Amerika

  1. Amerika
  2. (toponiem: land) (gebruikelijk verkorte vorm) Verenigde Staten van Amerika


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


  • Ame·ri·ka

Amerika o

  1. (werelddeel) Amerika
    «Amerika is mid 42 Milljonen Quadratkilometan da zwoatgräßte Kontinent.»
    Amerika is met 42 miljoen vierkante kilometer het tweede kontinent naar grootte.


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


Amerika

  • Ame·ri·ka

Amerika

  1. (werelddeel) Amerika
    «Det valgt en frihandelsaftale for det amerikanske
    Men koos voor een vrijhandelszone voor de beide Amerika's


  • Ame·ri·ka

Amerika o

  1. (werelddeel) Amerika
    «Wir sind von Alaska bis Feuerland durch ganz Amerika gereist.»
    Wij zijn van Alaska tot Vuurland door heel Amerika gereisd.
    «Man beschloss eine Freihandelszone für die beiden Amerikas
    Men koos voor een vrijhandelszone voor de beide Amerika's.
  2. (spreektaal), (toponiem: land) (gebruikelijk verkorte vorm) Verenigde Staten van Amerika
    «Amerika steht dem Iran feindselig gegenüber.»
    De Verenigde Staten van Amerika staan vijandig tegenover Iran.
  • Het bepaald lidwoord wordt zeer zelden gebruikt.


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


Amerika

  1. (werelddeel) Amerika
  2. (toponiem: land) Amerika (de Verenigde Staten)


Werelddelen in het Indonesisch

AfrikaAmerika (Amerika SelatanAmerika Utara)AntarktikaAsiaEropaOseania (Australia)


  • IPA: /ˈaːmɐrɪkaː/, /ˈaːmɐrikaː/ (Etsbergs)

Amerika o

  1. (Hooglimburgs) Amerika


enkelvoud meervoud
naamwoord Amerika Amerikas
verkleinwoord

Amerika

  1. (werelddeel) Amerika; de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika samen
  2. (toponiem: land)(spreektaal) Amerika; als totum pro parte veelgebruikte, maar technisch gezien incorrecte naam voor de Verenigde Staten van Amerika
  1. Verenigde Staoten van Amerika, Verenigten Staten vun Amerika, Verienigde Staoten van Amerika


  • Ame·ri·ka
Naar frequentie 1004
  enkelvoud
nominatief   Amerika  
genitief   Amerikas  

Amerika o

  1. (werelddeel) Amerika
  2. (toponiem: land), (spreektaal) Amerika
Landen in Amerika in het Noors

Antigua og BarbudaArgentinaBahamasBarbadosBelizeBoliviaBrasilCanadaChileColombiaCosta RicaCubaDen dominikanske republikkDominicaEcuadorEl SalvadorFransk Guyana (Frankrike) • GrenadaGuatemalaGuyanaHaitiHondurasJamaicaMexicoNicaraguaPanamaParaguayPeruSaint Kitts og NevisSaint LuciaSaint Vincent og GrenadineneSt. Kitts og NevisSt. LuciaSt. Vincent og GrenadineneSurinamTrinidad og TobagoUruguayUSAVenezuela


  • Ame·ri·ka
  enkelvoud
nominatief   Amerika  
genitief   Amerikas  

Amerika o

  1. (werelddeel) Amerika
  2. (toponiem: land), (spreektaal) Amerika
Landen in Amerika in het Nynorsk

Antigua og BarbudaArgentinaBahamasBarbadosBelizeBoliviaBrasilCanadaChileColombiaCosta RicaCubaDen dominikanske republikkenDominicaEcuadorEl SalvadorFransk Guyana (Frankrike)• GrenadaGuatemalaGuyanaHaitiHondurasJamaicaMexicoNicaraguaPanamaParaguayPeruSaint Kitts og NevisSaint LuciaSaint Vincent og GrenadinaneSt. Kitts og NevisSt. LuciaSt. Vincent og GrenadinaneSurinamTrinidad og TobagoUruguayUSAVenezuela


Amerika demoniem
inwoner Američan / Amerikán
vrouwelijke inwoner Američanka / Amerikánka
bijvoeglijk americký / amerikánsky
  • IPA: /amɛrɪka/
  • Afgeleid van de Latijnse eigennaam America.

Amerika v

  1. (toponiem: land) (spreektaal) Amerika; spreektaal voor de Verenigde Staten.
  2. (werelddeel) Amerika


Amerika demoniem
inwoner Američan
vrouwelijke inwoner Američanka
bijvoeglijk americký
  • IPA: /amɛrɪka/
  • Ame·ri·ka
  • Afgeleid van de Latijnse eigennaam America.

Amerika v

  1. (toponiem: land) (spreektaal) Amerika; spreektaal voor de Verenigde Staten.
  2. (werelddeel) Amerika
  1. Spojené státy americké m mv
  2. Nový svět m onbezield
  1. Am.
  2. -
  1. stát m onbezield, země v
  2. kontinent m onbezield, světodíl m onbezield


Werelddelen in het Tsjechisch

AfrikaAmerika (Jižní AmerikaSeverní Amerika ) • Antarktida / AntarktisAsieEvropaOceánie (Austálie)


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika
    «In Amerika betoaln ze met Amerikoanse dollars.»
    In Amerika betalen ze met Amerikaanse dollars.


Amerika

  1. (toponiem: land) Amerika