Project Monterey
Project Monterey was een poging om één enkel Unix-besturingssysteem te bouwen dat op verschillende 32-bits en 64-bits platforms draaide en multi-processing ondersteunde. De focus van het project lag op het creëren van een Unix-variant op enterprise-niveau voor de IA-64-architectuur, waarvan destijds werd verwacht dat deze uiteindelijk de Unix-servermarkt zou domineren.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het project werd door IBM aangekondigd in oktober 1998. Er waren verschillende Unix-leveranciers bij betrokken: IBM leverde POWER- en PowerPC-ondersteuning met AIX, Santa Cruz Operation (SCO) zorgde voor IA-32-ondersteuning en Sequent voegde ondersteuning voor multi-processing (MP) toe met DYNIX/ptx.[1] Intel Corporation leverde expertise en financiering voor de portering naar hun aanstaande IA-64 CPU-platform, dat op dat moment nog moest uitgebracht worden.[2]
In maart 2001 had de explosieve populariteit van Linux IBM ertoe gebracht om het project in alle stilte aan de kant te schuiven.[3] Alle betrokkenen probeerden een niche te vinden in de zich snel ontwikkelende Linux-markt en verlegden hun aandacht weg van Monterey. Sequent werd in 1999 door IBM overgenomen en in 2000 verhuisden de UNIX-activiteiten van SCO naar Caldera Systems, een Linux-distributeur die zichzelf later omdoopte tot de SCO Group. In hetzelfde jaar verklaarde IBM Monterey uiteindelijk dood.[4] Intel, IBM, Caldera Systems en anderen hadden ook een parallelle poging ondernomen om Linux over te zetten naar IA-64 (Project Trillian), wat in februari 2000 werkbare code opleverde. Eind 2000 kondigde IBM een grote inspanning aan om Linux te ondersteunen.[5]
In mei 2001 leverde het Monterey-project een bètaversie, AIX-5L voor IA-64, waarmee het oorspronkelijke hoofddoel werd bereikt. Intel had de introductiedatum voor zijn eerste Itanium-processor echter met twee jaar gemist, waardoor er voor de Monterey-software geen markt bestond.[6] IBM verkocht in 2001 slechts 32 Monterey-licenties, in 2002 waren het er nog minder.[6]
Nasleep
[bewerken | brontekst bewerken]Met uitzondering van de IA-64-portering en Dynix MP-verbeteringen, bestond een groot deel van de inspanningen van Monterey uit een poging om bestaande versies van Unix te standaardiseren tot één enkel compatibel systeem. Dergelijke inspanningen werden in het verleden al eerder ondernomen (bijvoorbeeld 3DA) en hadden over het algemeen gefaald, omdat de betrokken bedrijven te afhankelijk waren van vendor lock-in om een standaard te ondersteunen die hun klanten in staat zou stellen over te stappen naar andere producten. Met Monterey hadden twee van de belangrijkste partners al een niche die ze in de toekomst dachten te kunnen blijven bedienen: POWER en IA-64 voor IBM, IA-32 en IA-64 voor SCO.
Het uiteenvallen van Project Monterey was een van de factoren die in 2003 tot een rechtszaak leidde, waarbij SCO Group IBM aanklaagde vanwege hun bijdragen aan Linux.[7]
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Project Monterey op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ (en) Vijayan, Jaikumar (1 februari 1999). Sequent Sketches UNIX/NT Road Map. Computerworld 33 (5): 28
- ↑ (en) Project Monterey (). IBM - SCO (1999).
- ↑ (en) Knight, Will, Caldera loads Linux apps on UnixWare. ZDNet (27 maart 2021).
- ↑ (en) Jones, Pamela, More Evidence Project Monterey Partners Knew Linux Was the Future. Groklaw (25 april 2005). Gearchiveerd op 7 juni 2007.
- ↑ (en) IBM to spend $1 billion on Linux in 2001. news.cnet.com (12 december 2000). Gearchiveerd op 14 november 2011.
- ↑ a b (en) Jones, Pamela, 2002 IBM Internal Email on Project Monterey - "No One Wants It". Groklaw (25 augustus 2005).
- ↑ (en) Vaughan-Nichols, Steven J., Cyber Cynic: Bye-Bye SCO. Practical Technology (31 maart 2003).