Frietzakbekermos
Frietzakbekermos | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Cladonia humilis (With.) J.R. Laundon (1984) | |||||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||||
Cladonia conistea | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Frietzakbekermos op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Het frietzakbekermos (Cladonia humilis) is een korstmos uit de familie Cladoniaceae. Hij groeit op steen en op de grond. Het leeft op kalkarme, of oppervlakkig ontkalkte zand. De bekers zijn fijn soredieus en plomp (grof en zwaar gebouwd). De grondschubben zijn groot en staan omhoog.
Determinatie
[bewerken | brontekst bewerken]Het heeft een korte steel met daarop een regelmatige beker waarvan de rand soms gescheurd is met "taps toelopende kartels". De bekers zijn 5–12 mm lang en 2–8 mm breed. Het heeft fijne, lichte sorediën en grote grondschubben en een pastelgroene kleur. Ze staan altijd rechtop en ze zijn vaak bedekt met sorediën. De onderkant van de grondschubben is wit. De beker heeft gelijke hoogte als de steel (maar er zijn soms veel variaties op dezelfde thallus). Kenmerkend voor deze soort is het geleidelijk overgaan van de beker in de steel en niet zo duidelijk afgescheiden als bij het kopjesbekermos (Cladonia fimbriata). Hierdoor vertoont de beker gelijkenis op een puntzak. Apotheciën zijn zeer zeldzaam. Pycnidiën zijn zeldzaam aanwezig aan de randen van de beker.
Het heeft de volgende kenmerkende kleurreacties van korstmossen: K+ (geel), C-, KC-, P+ (steenrood), UV-
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Frietzakbekermos kent een kosmopolitische verspreiding. De soort wordt aangetroffen in Afrika, Azië, Australië, Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika. In Nederland komt het vrij algemeen voor. In de kustduinen wat vaker dan in het binnenland. Het is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.