verzinsel
- ver·zin·sel
- Naamwoord van handeling van verzinnen met het achtervoegsel -sel.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verzinsel | verzinsels verzinselen |
verkleinwoord | verzinseltje | verzinseltjes |
het verzinsel o
- het bedachte (denigrerend)
- Het woord verzinsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzinsel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be