valk
- valk
- via Middelnederlands valke en Oudnederlands falko van Latijn falco, in de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 918 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valk | valken |
verkleinwoord | valkje | valkjes |
- (valkachtigen) benaming voor roofvogels uit het geslacht Falco , met lange spitse vleugels en een omlaag gebogen haakvormige snavel
- ▸ ⧖ Het broeden gebeurd [sic!] door beide vogels afwisselend; het mooiste, wat daarbij te pas komt, is wel het ventileeren. Dan staat het [staartmeesje] in de lucht te klapwieken, eigenlijk te bidden als een klein valkje en dan maalt hij de warme lucht uit 't nest, zoodat het tiental jongen weer frisscher kan ademen.[4]
- v (valkerij) wijfjesvalk
- Bij veel soorten is de valk groter dan de tersel.
- (scheepvaart) middelgrote open zeilboot, een driemans wedstrijdklasse gebouwd in knikspant met vaste kiel
- ▸ De valk is een open zeilboot met een ruime kuip, geschikt voor 2 tot 5 personen. Deze universele boot is stabiel, heeft uitstekende zeileigenschappen en beschikt over een gaffeltuig. De valk wordt vaak ingezet voor zeillessen, maar is ook ideaal voor zeilers die naast zeilen ook gezelligheid willen. Een ideaal toerschip dus.[5]
- (militair), (geschiedenis) een klein soort kanon
- ▸ ⧖ Deze nieuwe uit één stuk gegoten vuurmonden werden nu kanonnen of kartouwen genoemd, de langere [...] die te gelijker tijd de kleinere kalibers waren, slangen of koluvrijnen, de allerkleinste, die meestal looden kogels schoten en veel overeenkomst met de draagbare vuurwapens hadden, valken, falkonetten (faucons, fauconneaux).[6]
- [4] falkonet
|
- valkenhorst, valkenier, valkenjacht, valkenkap, valkenoog, valkerij, valkklasse, valkenklasse, Valkkoog, valkparkiet, valkuil
- [1] havik, smelleken
- [2] draak, pampus, randmeer, regenboog, schakel, soling, spanker, stern, tempest, tornado, zestienkwadraat
- [1] beter met de uil gezeten dan met de valk gevlogen
- [1] elk meent zijn uil een valk te zijn -ieder meent dat zijn uil een valk is
1. roofvogel
- Het woord valk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "valk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ valk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "valk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Thijsse, Jac. P.“Het intieme leven der vogels” (1906)
- ↑ Weblink bron “De Kuilart” (2022)
- ↑ Weblink bron H.M.F. Landolt“Militair woordenboek” (1861-1862)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be