reuzenbamboe
- (IPA in voorbereiding)
- reu·zen·bam·boe
- samenstelling van reus en bamboe zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reuzenbamboe | reuzenbamboezen |
verkleinwoord | reuzenbamboetje | reuzenbamboetjes |
- (bloemplanten) Dendrocalamus giganteus een tot 35 meter hoge plant met tot 30 cm dikke stengels. Bovenaan heeft de plant dunne, afstaande zijtakken. De onderste stengelknopen kunnen vanzelf wortelen. De stengels zijn verhout, hard, glad, meestal dofgroen en dicht opeenstaand. Tussen de stengelknopen zijn de stengels hol. Jonge spruiten zijn spits kegelvormig met driehoekige, aan de rand blauwzwarte bladen
- Het woord 'reuzenbamboe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] reuzenbamboe op Wikidata