psycholoog
- Geluid: psycholoog (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpsixoˈlox / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌpsi.χo.ˈloχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌpsɪ.xo.ˈlox/
- (Limburg): /ˌpsɪ.xo.ˈlox/, /ˌpsy.xo.ˈlox/
- psy·cho·loog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psycholoog | psychologen |
verkleinwoord | psycholoogje | psycholoogjes |
de psycholoog m
- (beroep), (psychologie) een beoefenaar van de psychologie
- (beroep) hulpverlener die mensen helpt bij psychische problemen
- De psycholoog probeerde zijn patiënt te doorgronden.
- ▸ Misschien had ik beter naar een een psycholoog kunnen gaan.[1]
- bedrijfspsycholoog, dieptepsycholoog, godsdienstpsycholoog, kinderpsycholoog, neuropsycholoog, parapsycholoog, sportpsycholoog, studentenpsycholoog
1. een beoefenaar van de psychologie
- Het woord psycholoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "psycholoog" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be