onderhorig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onderhorig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·der·ho·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onder bw  en  horig bn 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onderhorig	onderhoriger	onderhorigst
verbogen	onderhorige	onderhorigere	onderhorigste
partitief	onderhorigs	onderhorigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

onderhorig

1. onderworpen zijn aan het gezag van iets of iemand

   ▸ Iemand die onderhorig is aan de koning van Marokko, iemand met de dubbele nationaliteit, hoort geen voorzitter te worden van de Tweede Kamer, aldus Wilders.

   ▸ Alleen al aan de Nederland Avenue, die nog geen mijl lang is, staan acht protestantse kerken plus één die onderhorig is aan de paus. En dat zijn ze nog lang niet eens allemaal.

Synoniemen

• dienstplichtig, gesubordineerd, ondergeschikt, nederig, gehoorzaam, onderworpen

Verwante begrippen

• onderhorigheid

Vertalingen

    1. onderworpen zijn aan het gezag van iets of iemand   

Duits: untergeben (de), unterstellt (de), zugehörig (de), unterworfen (de)

Engels: inferior (en), dependent (en), subordinate (en)

Gangbaarheid

• Het woord onderhorig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.