nieuwvorming

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nieuwvorming    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈniwvɔrmɪŋ / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• nieuw·vor·ming

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  nieuw bn  en  vorming zn , leenvertaling van Duits Neubildung

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	nieuwvorming	nieuwvormingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de nieuwvorming v

1. (medisch) ziekelijke uitgroei van weefsel

   ▸ Borstkanker is de meest voorkomende kwaadaardige nieuwvorming bij vrouwen.

2. (taalkunde) ontstaan van een nieuw woord binnen een taal

   ▸ Ongeveer een derde van de gemunte woorden is inheems en twee derde is gevormd van oorspronkelijke leenwoorden (die alle inheems gevoeld worden, anders zouden ze niet gebruikt worden in een nieuwvorming).

3. totstandkoming van iets dat daarvoor niet bestond

   ▸ Het is de moderne techniek, die ons overtuigt, dat er wèl iets nieuws is onder de zon; maar het was de moderne biologie, die ons de wezenlijke betekenis van de verandering, van de wording, van de nieuwvorming pas goed liet beseffen.

Synoniemen

• [1] gezwel, neoplasma, tumor
• [2] neologisme

Gangbaarheid

• Het woord nieuwvorming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.