motte
- mot·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motte | mottes |
verkleinwoord | - | - |
- kunstmatig aangelegde aarden heuvel (waarop een kasteel werd gebouwd)
- mote (verouderde uitspraakvariant)
vervoeging van |
---|
motten |
motte
- enkelvoud verleden tijd van motten
- Ik motte.
- Jij motte.
- Hij, zij, het motte.
- Ik motte.
- aanvoegende wijs van motten
- Het woord motte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motte" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
motte v