kruiskruid
- Geluid: kruiskruid (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- kruis·kruid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruiskruid | |
verkleinwoord |
het kruiskruid o
- (bloemplanten) een geslacht Senecio uit de composietenfamilie (Asteraceae )
- bezemkruiskruid, boskruiskruid, glanzend kruiskruid, klein kruiskruid, kleverig kruiskruid, oostelijk kruiskruid, rivierkruiskruid, schaduwkruiskruid, spatelkruiskruid, veelbloemig schaduwkruiskruid
- duinkruiskruid, jakobskruiskruid, moeraskruiskruid, viltig kruiskruid, waterkruiskruid, zilverkruiskruid
- gebandeerde kruiskruidboorvlieg, gevlekte kruiskruidboorvlieg, kruiskruidboorvlieg, kruiskruiddwergspanner, kruiskruidgitje, kruiskruidhoofdjes, kruiskruidknop, kruiskruidmot, kruiskruidnysius, kruiskruidvedermot, kruiskruidzadelmot, kruiskruidzandbij
1.
- Het woord kruiskruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kruiskruid in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kruiskruid op Wikidata