[go: up one dir, main page]

  • koop·han·del
enkelvoud meervoud
naamwoord koophandel -
verkleinwoord - -

de koophandelm

  1. (bedrijf) het aankopen en veelal elders voor tegen winst verkopen van goederen
    • In de Gouden Eeuw was de koophandel de drijvende kracht van de welvaart.