[go: up one dir, main page]

  • in·slui·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
insluiten
sloot in
ingesloten
klasse 2 volledig

insluiten

  1. overgankelijk opsluiten in iets
  2. overgankelijk iets omgeven
  3. overgankelijk iets bijvoegen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be