helemaal
- he·le·maal
- door elisie uit samenstelling van heel bw en te maal bw , in de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: geheel en al’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1] [2]
helemaal
- in z'n geheel
- Hij was helemaal nat geworden.
- ▸ 'Dertig jaar geleden zat het hier helemaal vol', zegt Claudette Bonin (60), serveerster van het Relais des Routier in Dordives. Nu zijn een paar tafels bezet voor de lunch.[3]
- ▸ Net als de mogelijkheid om tijdelijk afstand te nemen van de constante druk in Amsterdam en even helemaal te doen waar ik zelf zin in had.[4]
- heelemaal (officiële spelling in Nederland tot 1935, in België tot 1946)
1. in z'n geheel
- Het woord helemaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "helemaal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ helemaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "helemaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be