[go: up one dir, main page]

[B] 1. Betonoppervlak met gallen.
[B] 2. Eikenblad met galappel.
  • gal
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord gal -
verkleinwoord - -

[A] gal m

  1. (natuurkunde), (eenheid) eenheid van versnelling in het c.g.s-stelsel (centimeter-gram-seconde-stelsel), weergegeven met symbool Gal
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord gal gallen
verkleinwoord galletje galletjes

[B] gal v/m

  1. (anatomie) uit de lever afkomstig vocht dat een rol speelt in de spijsvertering, met name van vet
    • Gal helpt bij de vertering van vetten. 
  • bitter als gal zijn
zeer bitter zijn
  • De gal loopt over
boos worden
  • Zijn gal spuwen
zijn boosheid over iets uiten
  • Verder spuwde Rutte zijn gal over de „witte wijn sippende elite in Amsterdam.” [3]
  • Zijn pen in gal dopen
het oneens zijn en dat duidelijk laten blijken in een schrijven

[C] gal v

  1. (techniek) door luchtinsluiting gevormd holletje in (giet-) materiaal
    • De grote gaten moeten we dichtplamuren, de kleine galletjes mogen wel blijven zitten. 
  2. (biologie) (Cecidologie) uitwas aan blad van boom of struik, ontstaan door een parasiet of symbiont, meestal een insect (een galwesp, galmug, gewone vijgenwesp, vlieg, bladluis of galmijt) die haar eieren in de plant legt
  3. (diergeneeskunde) gezwel bij dieren (paardenbeen)
vervoeging van
gallen

gal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gallen
    • Ik gal. 
  2. gebiedende wijs van gallen
    • Gal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gallen
    • Gal je? 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
gal gals

gal

  1. (informeel) meisje, vriendin

Alle jongens en meisjes vermaakten zich kostelijk.#:*All the guys and gals were having a great time. 


  • gal

gal

  1. fout, verkeerd
    «Det var en veldig godt planlagt tur som dessverre endte veldig galt
    Het was een zeer goed geplande reis die helaas zeer verkeerd eindigde.
  2. gek, gestoord
  3. krankzinnig, geestesziek
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud gal galere galest
o enkelvoud galt
meervoud gale
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
gale galere galeste
  • [2]: gale ideer
gekke ideeën

gal o

  1. gekraai, kreet
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gal     galet     gal     gala
galene  
genitief   gals     galets     gals     galas
galenes  


  • gal

gal o

  1. gekraai, kreet
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gal     galet     gal     gala  
genitief                        
o
bijvorm
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief                     gali  
genitief                        


Periodiek systeem der elementen (pol)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Fl Lv
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr

gal

  1. (scheikunde), (element) gallium (Ga)