christendom

Het kruis en de vis, twee symbolen van het christendom.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  christendom    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkrɪstə(n)ˌdɔm / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈkrɪ.stən.ˌdɔm/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkrɪ.stən.ˌdɔm/

Woordafbreking

• chris·ten·dom

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van christen met het achtervoegsel -dom

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	christendom	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het christendom o

1. (religie) een monotheïstische godsdienst gebaseerd op het evangelie en leven van Jezus zoals beschreven in het Nieuwe Testament

   • Het christendom is met twee miljard gelovigen de grootste religie ter wereld. 
   • De ‘uitvinding van het individu’ en het moderne westerse seculiere liberalisme zijn volgens filosoof Larry Siedentop een ‘buitenechtelijk kind’ van het christendom. Zijn boek Inventing the Individual leest als een alternatief kerstverhaal. 

2. de toestand christen te zijn

   • Kerken worstelen met de vraag hoe zij moeten omgaan met asielzoekers die zich tot het christendom bekeren.  

3. het deel der wereld dat door christenen beheerst wordt

   • De twee Rooms-Katholieke en Russisch-Orthodoxe Kerk horen oorspronkelijk bij elkaar. De scheiding tussen oost en west binnen het christendom dateert van 1054, het jaar van het Oosters Schisma, ook wel ‘Grote Schisma’ genoemd. In de eeuwen daarvoor raakten de twee kerken steeds meer vervreemd van elkaar. Sindsdien hebben vele pausen geprobeerd de breuk te herstellen, maar nooit kwam het tot een ontmoeting tussen de leiders. 

Hyponiemen

• cultuurchristendom, feelgoodchristendom

Hyperoniemen

• godsdienst, religie

Vertalingen

    1. een religie gebaseerd op het evangelie en leven van Jezus zoals beschreven in het Nieuwe Testament   

Afrikaans: Christendom (af) Albanees: krishtërim (sq) m Angelsaksisch: Crīstendōm (ang) m Aragonees: cristianismo (an) m Asturisch: cristianismu (ast) m Azeri: Xristianlıq (az) Bosnisch: hrišćanstvo (bs) o, kršćanstvo (bs) o Bretons: kristeniezh (br) v Catalaans: cristianisme (ca) m Corsicaans: cristianisimu (co) m Deens: kristendom (da) m Duits: Christentum (de) o Engels: Christianity (en) Esperanto: kristanismo (eo) Estisch: kristlus (et) Extremeens: cristianismu (ext) m Baskisch: kristautasun (eu), giristinotasun (eu) Faeröers: kristindómur (fo) m Fins: kristinusko (fi) Francoprovençaals: cristianismo (frp) m Frans: christianisme (fr) m Fries: kristendom (fy) o Friulisch: cristianesim m Galicisch: cristianismo (gl) m Grieks: χριστιανισμός (el) m Haïtiaans Creools: krisyanis Hongaars: kereszténység (hu) Ido: kristanismo (io) Indonesisch: Kekristenan (id), agama Kristen (id) Interlingua: christianismo (ia) Interlingue: cristianisme (ie) IJslands: kristin trú (is) v, kristni (is) v

Italiaans: cristianesimo (it) m Krim-Tataars: Hristianlıq Kroatisch: kršćanstvo (hr) o Lets: kristietība (lv) v Limburgs: christendóm (li) o Litouws: krikščionybė (lt) v Luxemburgs: Chrëschtentum (lb) o Maltees: Kristjaneżmu (mt) Mirandees: crestianismo m Nedersaksisch: christendom (nds) o / Christendom (nds) o Noors: kristendom (no) m Novial: kristianisme Nynorsk: kristendom (nn) m Occitaans: cristianisme (oc) m Oezbeeks: Masihiylik (uz) Oppersorbisch: křesćanstwo (hsb) o Pools: chrześcijaństwo (pl) o, chrystianizm (pl) m Portugees: cristianismo (pt) m Roemeens: creştinism (ro) o Sardisch: cristianesimu (sc) m Saterfries: Kristendum (stq) o Siciliaans: cristianesimu (scn) m Sloveens: krščanstvo (sl) o Slowaaks: kresťanstvo (sk) o Spaans: cristianismo (es) m, cristiandad (es) v Swahili: Ukristo (sw) Tagalog: Kristiyanismo (tl) Tsjechisch: křesťanství (cs) o Turks: Hıristiyanlık (tr) m Welsh: Cristnogaeth (cy) v, Cristionogaeth (cy) v Zweeds: kristendom (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord christendom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "christendom" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.