bureauhoofd
- Geluid: bureauhoofd (hulp, bestand)
- bu·reau·hoofd
- samenstelling van bureau en hoofd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureauhoofd | bureauhoofden |
verkleinwoord | bureauhoofdje | bureauhoofdjes |
het bureauhoofd o
- het hoofd (baas) van het bureau (organisatie)
- na met hoofd op bureau gelegen te hebben er dingen van dat bureau aan het hoofd blijven plakken.
- Het woord bureauhoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.