bijrol
- bij·rol
- samenstelling van bij en rol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijrol | bijrollen |
verkleinwoord | bijrolletje | bijrolletjes |
- een kleinere en minder belangrijke taak hebben
- De docent heeft eigenlijk maar een bijrol in het leerproces, de student heeft de hoofdrol.
- ▸ Ze zou net als haar voorgangers uit de 17de eeuw ook wel een frisse duik willen nemen, maar voorlopig volstaan gulzige slokken uit haar bidon. Een bijrolletje in de historie van La Planche is genoeg.[1]
- een kleinere en minder belangrijke rol hebben in een toneelstuk of film
- Ronald Reagan speelt een bijrolletje in de film 'Back to the Future' deel 2
- Het woord bijrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijrol" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be