[go: up one dir, main page]

bekeuring
  • be·keu·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord bekeuring bekeuringen
verkleinwoord bekeurinkje bekeurinkjes

de bekeuringv

  1. een boete die wordt opgelegd voor het overtreden van een wet
    • Hij kreeg een bekeuring voor het rijden door het rode verkeerslicht. 
    • Veel mensen krijgen een bekeuring voor foutief parkeren. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


bekeuring

  1. bekeuring


bekeuring

  1. bekeuring