Goot
Niet te verwarren met: goot |
- Goot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Goot | Goten |
verkleinwoord | Gootje | Gootjes |
de Goot m
- (geschiedenis) lid van een Oost-Germaans volk dat een grote rol gespeeld heeft in de ondergang van het West-Romeinse Rijk.
- We kunnen ook veilig aannemen dat een kleine Romein of een kleine Goot langer tijd nodig had om ‘goed praten’ te leren dan een kleine Nederlander. [1]
- ↑ Haeringen, C.B. van"Rationalisering en efficiency in taal." in: De Nieuwe Taalgids. jrg 49 (1956) J.B. Wolters, Groningen/Djakarta; p. 19; geraadpleegd 2015-06-17
- Het woord Goot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.