uitdossen
- uit·dos·sen
- samenstelling van uit bw en dossen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitdossen |
doste uit |
uitgedost |
zwak -t | volledig |
uitdossen
- wederkerend zich ~ zich op opvallende wijze kleden
- Zij dosten zich met carnaval uit met veel veren en glitter.
1. iemand op opvallende wijze kleden
- Het woord uitdossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitdossen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be