Relatie (personen)
Een verhouding, verwantschap of relatie tussen twee of meer mensen is de betrekking of verhouding waarin zij tot elkaar staan.
Verandering van relaties door de geschiedenis heen
bewerkenMensen zijn voor hun (voort)bestaan afhankelijk van andere mensen. Ze worden dus gedwongen om samen te leven. Terwijl maatschappijen evolueerden van kleine jachtsamenlevingen naar grotere agrarische gemeenschappen en ten slotte naar de 21ste-eeuwse (post-)industriële samenlevingen zijn meer en meer mensen over steeds grotere afstanden afhankelijk geworden van elkaar. Alleen al kijkende naar de kleding die wordt gedragen en het voedsel dat geconsumeerd wordt zijn er netwerken te ontwaren die de hele wereld omvatten. Dit proces van het steeds groter worden of uitbreiden van afhankelijkheidsnetwerken hangt nauw samen met een andere langetermijnontwikkeling, namelijk de toenemende sociale differentiatie.
Differentiatie
bewerkenIn het stamleven dat jachtsamenlevingen kenmerkt zijn de economische, politieke, affectieve en cognitieve bindingen met elkaar verstrengeld. Naarmate samenlevingen zich meer differentieerden, vormden zich sociale instituties waarin één type binding de andere als het ware naar de achtergrond drong. Er zijn steeds meer groepen en instellingen ontstaan die gespecialiseerd zijn in de productieve functie, de beschermingsfunctie, de bevrediging van affectieve behoeften of de overdracht van kennis. Men kan als het ware spreken van een proces van het uitsplitsen van bindingen. In de moderne samenleving zijn relaties, in de brede zin van het woord, steeds functioneler geworden. De verschillende soorten afhankelijkheden zijn netjes gespreid over gespecialiseerde takken van de netwerken.
(On-)afhankelijkheid
bewerkenZo is in sterk gedifferentieerde samenlevingen de mogelijkheid ontstaan om op allerlei manieren afhankelijk te zijn van een veelheid van vrij anonieme instellingen en tegelijkertijd weinig afhankelijk te zijn van aanwijsbare personen. Die situatie kan mensen het illusoire gevoel geven dat ze onafhankelijk zijn; ze hebben hun afhankelijkheden zo strategisch verdeeld dat ze merken aan niemand in het bijzonder sterk gebonden te zijn. Aan de andere kant komt het ze voor alsof ze verstrikt zijn geraakt in een kluwen van bindingen. Ze voelen zich steeds afhankelijker van anonieme, onpersoonlijke instellingen. Deze tegenstrijdige sensaties zijn wel aangeduid als een 'homo clausus'-gevoel, het idee onafhankelijk te zijn van andere mensen en tegelijkertijd bedreigd te worden door de maatschappij.