[go: up one dir, main page]

Limiet

grenswaarde in de wiskunde
Zie Limiet (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Limiet.

Het woord limiet is afkomstig van het Latijnse "limes", dat "grens" betekent. In de wiskunde kan het begrip limiet of grenswaarde goed gedemonstreerd worden met het volgende voorbeeld. De getallen uit de rij 1, 1/2, 1/4, 1/8, ... naderen steeds dichter de grenswaarde 0. Het getal 0 is dan ook de limiet van deze rij. Echter, ook 1, −1/2, 1/4, −1/8, ... heeft limiet 0, waarbij de term "grens" minder van toepassing is.

Limiet van een rij getallen

bewerken
 
Bij deze   is er het getal  , zodat de functie voor waarden van   groter dan   in het interval   ligt

Een rij getallen   heeft een limiet  , genoteerd als:

 

(dat wil zeggen, de limiet voor   naar oneindig van   is  ), als de getallen van de rij willekeurig dichtbij   in de buurt komen. De exacte definitie is:

als voor elke   er een getal   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .[1]

Als een rij een limiet heeft, heet hij convergent, anders divergent.

Limiet van een rij in verschillende ruimten

bewerken

Algemener kan men een rij   beschouwen van elementen in een metrische ruimte, of nog algemener, in een topologische ruimte  . De rij heet convergent als er een element   in de topologische ruimte bestaat waarvan elke willekeurig kleine omgeving een hele staart van de rij omvat. Formeel heet   een limiet van de rij  , als

 

Toepassen van bovenstaande definitie met de door een metrische ruimte geïnduceerde topologie is gelijkwaardig met de volgende definitie in termen van de metriek:

 

In een metrische ruimte heeft een rij hoogstens één limiet, in een algemene topologische ruimte kan eenzelfde rij verschillende limieten hebben. In een metrische ruimte wordt de topologische structuur volledig vastgelegd door de convergente rijen: de afsluiting van een verzameling bestaat uit alle limieten van rijen uit die verzameling. In een algemene topologische ruimte is dit evenmin gegarandeerd.

Toepassen van bovenstaande definitie met de door een norm van een genormeerde vectorruimte geïnduceerde metriek is gelijkwaardig met de volgende definitie in termen van de norm:

 .

De algemene topologie veralgemeent het begrip rij nog tot filter. Een filter   convergeert naar een punt   als alle omgevingen van   tot   behoren. We zeggen in dat geval ook dat   een limiet is van  . Convergentie van filters legt eenduidig de topologische structuur vast.

Limiet van een functie

bewerken

Ook een functie (van bijvoorbeeld een metrische ruimte naar een metrische ruimte) kan in een bepaald punt een limiet hebben. Net als bij een rij zeggen we dat de functie   in een ophopingspunt   van het domein de limiet   heeft, genoteerd als:

 

(dat wil zeggen: de limiet van  , als   nadert tot  , is gelijk aan  ), als de functiewaarden willekeurig dicht bij   komen voor punten die dicht bij   liggen. De exacte definitie is:

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt  .

Merk op dat het punt   zelf expliciet buiten de definitie is gelaten. De functie kan in het punt   zelf een waarde hebben verschillend van de limiet, of daar zelfs niet gedefinieerd zijn. Zo is bijvoorbeeld

 

niet gedefinieerd voor  , maar het is eenvoudig in te zien dat

 

Linker- en rechterlimiet

bewerken

In het geval van bijvoorbeeld een functie op een verzameling reële getallen bestaan naast het begrip limiet ook nog eenzijdige limieten, en wel de rechter- (ook wel limiet van boven) en de linkerlimiet (limiet van onder).

De rechterlimiet wordt genoteerd als   of als  ,

en wordt gedefinieerd door:

 

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  .

De linkerlimiet (  of  ) wordt analoog gedefinieerd:

 

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  .

Merk op dat de limiet in een punt in het inwendige van het domein bestaat dan en slechts dan als de rechterlimiet en de linkerlimiet beide bestaan en aan elkaar gelijk zijn.

Limieten in oneindig

bewerken

In het geval van bijvoorbeeld een functie op een verzameling reële getallen kan ook de limiet voor   naar oneindig gedefinieerd worden. De functie   heeft voor   de limiet  , genoteerd als:

 ,

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .[1]

Analoog kan de limiet voor   naar min oneindig gedefinieerd worden. De functie   heeft voor   de limiet  , genoteerd als:

 ,

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .

Er is een verband met limieten van rijen: als een functie   een limiet heeft voor  , heeft de rij   dezelfde limiet. Het omgekeerde geldt niet altijd, omdat de rij alleen naar de functiewaarden in de gehele getallen 'kijkt'; tussen de gehele getallen kan de functie zich natuurlijk nog sterk "misdragen".

Enkele voorbeelden

bewerken
  •  
  •  
  •  
  •  
  •  
  • Omdat de vorige twee ongelijk zijn, bestaat   niet.
  •   (dit kan berekend worden met de regel van L'Hôpital)

Metrische ruimten

bewerken

De bovengenoemde definitie van de limiet van een functie, kan eenvoudig gegeneraliseerd worden naar metrische ruimten. Een functie   van een deelverzameling   van een metrische ruimte   naar een metrische ruimte   heeft de limiet   als   naar een ophopingspunt   van   nadert, genoteerd:

 ,

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  .

Continuïteit van een functie

bewerken
  Zie Continue functie (analyse) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De continuïteit van een functie kan gedefinieerd worden met behulp van limieten. De functie   is continu in een punt   van zijn domein als   bestaat en gelijk is aan  . Een functie   heet simpelweg continu als hij in alle punten van zijn domein continu is.

Oneindig als 'limiet'

bewerken

Als er in het geval van rijen reële getallen en reëelwaardige functies geen convergentie is, dus er geen eindige limiet is, kan er sprake zijn van een onbegrensde toename van de waarden in de rij of de functiewaarden. Dat houdt in dat voor elk willekeurig groot getal de rij vanaf een zeker rangnummer of de functiewaarden vanaf een zeker punt alle groter zijn dan dat getal. Men zegt dan dat de limiet   is. Analoog heet de limiet   voor onbegrensd afnemende waarden.

Definities voor rijen:

 , als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .
 , als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .

Een formulering als "de rij heeft een limiet" kan daarmee onduidelijk zijn. Duidelijker zijn "de rij heeft een eindige limiet" en "de rij heeft een al of niet eindige limiet", tenzij het expliciet gaat over rijen in een ruimte met oneindig als element, zoals   (zie onder).

Definities voor functiesː

  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  .
  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  .
  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .
  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .
  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .
  als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .

Topologische ruimten met oneindig als element

bewerken

Voor een rij in   of   (zie topologische ruimten met oneindig als element) of een functie met domein   of   en een bereik   of   vallen een oneindige limiet en een limiet in oneindig onder de normale limietbegrippen voor de betreffende topologische ruimte(n): het zijn topologische ruimten geïnduceerd door een metriek, het limietbegrip volgt uit dat voor bijbehorende metrische ruimten, waarbij er niet een heel rijtje definities nodig is zoals hierboven.

In het bijzonder is dus de limiet van een functie   van een deelverzameling   van   naar  , voor   naar een ophopingspunt   van  , als volgt gedefinieerdː

 

als voor elke   er een   bestaat, zodanig dat voor alle   met   geldt dat  ,

met   een willekeurige bijbehorende metriek. Hierbij kunnen   en   ook oneindig of min oneindig zijn. De limiet van een rij valt hier ook onder, met   en   oneindig.[2]

Topologisch geformuleerd:

 

als er voor elke omgeving   van   een omgeving   van   bestaat, zodanig dat voor alle   geldt dat  .

Als  , is de rij convergent als   element is van de beschouwde topologische ruimte, en anders divergent. In het bijzonder geldt dat als  , de rij convergent is als rij in   (ook als alle elementen van de rij eindig zijn), en divergent als rij in  .

Op soortgelijke wijze kan aan de complexe getallen één getal oneindig worden toegevoegd, wat met een geschikte metriek de topologie van de riemann-sfeer oplevert. Daarmee worden de limiet van een functie als een complex argument naar oneindig gaat, en een limiet van een rij of functie met de waarde oneindig, gewone limieten volgens de standaarddefinitie.

Limiet van een rij functies

bewerken

Ook een rij functies   kan convergeren en een functie   als limiet hebben. De functionaalanalyse onderscheidt verschillende soorten convergentie. De meeste soorten convergentie kunnen worden opgevat als topologische convergenties, zoals hierboven bij "limiet van een rij in een topologische ruimte".

Puntsgewijze convergentie

bewerken

De rij functies   convergeert puntsgewijs naar  , als voor elke   de rij   convergeert met als limiet  .

 

Uniforme convergentie

bewerken

De rij functies   convergeert uniform naar  , als voor voldoend grote indices in de staart van de functierij het grootste absolute verschil tussen de limietfunctie en een lid van de rij willekeurig klein wordt:

 

Dit is de convergentie in de metrische ruimte met de supremumnorm.

Convergentie in kwadratisch gemiddelde

bewerken

De rij functies   convergeert in kwadratisch gemiddelde naar  , als de kwadratisch gemiddelde afwijking tussen de functies en hun limiet willekeurig klein wordt:

 

Dit is de convergentie in de pseudometrische ruimte van de kwadratisch-gemiddelde-seminorm.

Convergentie in Lp-ruimten

bewerken

De limiet in Lp-ruimten voor   is voor   gebaseerd op een norm (de  -de-machtswortel van de integraal van de  -de-macht) en voor   slechts op een metriek (de integraal van de  -de-macht).

Limiet van een rij krommen

bewerken

Omdat een geparametriseerde kromme een functie is is de limiet van een rij geparametriseerde krommen een bijzonder geval van de limiet van een rij functies. Dit is onder meer aan de orde bij ruimtevullende krommen.

De lengte van een limietkromme hoeft niet de limiet van de lengtes van de krommen te zijn.

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Cursus analyse: Limieten.