Léo Delibes
Clément Philibert Léo Delibes (Saint-Germain-du-Val bij La Flèche, 21 februari 1836 - Parijs, 16 januari 1891) was een Franse componist van romantische muziek, die vooral bekend is om zijn balletmuziek. Voor bepaalde werken gebruikte hij het pseudoniem: Éloi Delbès.
Léo Delibes | ||||
---|---|---|---|---|
Maestro Clément Philibert Léo Delibes,
Paris, omtrent 1888 | ||||
Volledige naam | Clément Philibert Léo Delibes | |||
Bijnaam | Eloi Delbès | |||
Geboren | 21 februari 1836 | |||
Overleden | 16 januari 1891 | |||
Land | Frankrijk | |||
Religie | Rooms-katholiek | |||
Jaren actief | 1862-1891 | |||
Stijl | Romantiek, Ballet, Opera, Operette | |||
Instrument | orgel | |||
Leraren | François Benoist en Adolphe Adam | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
(en) Allmusic-profiel | ||||
(en) Discogs-profiel | ||||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Levensloop
bewerkenStudies
bewerkenLéo Delibes was zoon van een postbode. Toen zijn vader in 1847 stierf, verhuisde zijn moeder, de dochter van een zanger van de Komische Opera, naar Parijs. Zijn muzikale interesse werd gestimuleerd door zijn moeder en zijn oom Édouard Baptiste Delibes, een organist en zangleraar aan het conservatorium van Parijs. Datzelfde jaar begon hij op elfjarige leeftijd zijn studie aan het Conservatoire national supérieur de musique van Parijs. Een jaar later begon hij ook zanglessen te volgen en in 1850 behaalde hij zijn Eerste Prijs solfège. Vervolgens studeerde hij orgel bij François Benoist en compositieleer bij Adolphe Adam.
Verdere levensloop
bewerkenHij werd koorzanger in de kerk van Sainte Marie-Madeleine en maakte in 1849 deel uit van het jongenskoor bij de eerste opvoering van Le Prophète van Giacomo Meyerbeer. Later bezorgde Adolphe Adam hem de positie van adjunct-repetitor bij het Théâtre Lyrique te Parijs.
Op 35-jarige leeftijd trad hij in 1871 in het huwelijk met Léontine Estelle Denain. Acht jaar later, in 1880, werd hij aangesteld als professor aan het Conservatoire national supérieur de musique van Parijs, waar hij les gaf in compositieleer. Een hoogtepunt in zijn leven was zijn opname in de beroemde Académie des Beaux-Arts in 1884.
Delibes overleed op 54-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het Cimetière de Montmartre te Parijs.
Voornaamste werken
bewerkenIn 1856 schreef hij de operette Deux sous de charbon. Deze operette stond gedurende veertien jaar onafgebroken op de affiches van de Folies-Nouvelles. Vanaf dan bleef hij gedurende vijftien jaar operettes en vaudevilles componeren in het tempo van een per jaar. Het succes van de cantate Alger, geschreven voor Napoleon III, leidde tot de samenwerking met de Weense violist en componist Léon Minkus voor Delibes' eerste balletcompositie La Source in 1866. Dit was een ballet met een oosters thema, een erg populair onderwerp op dat ogenblik.
In 1870 schreef hij het ballet Coppélia, naar een verhaal van E.T.A. Hoffmann, de zandman, waarin het verhaal verteld wordt van de oude Dr Coppelius en zijn pop Coppélia. Deze compositie was niet alleen het eerste ballet dat hij zonder assistentie schreef, maar ook een compositie die de balletmuziek fors opwaardeerde. Het ballet, uitgevoerd in de Opéra van Parijs (waarvan hij sinds 1865 koordirigent was), oogstte veel succes en maakte hem beroemd.
In 1876 publiceerde hij zijn volgend ballet Sylvia, dat zich in Griekenland afspeelt. Tsjaikovski, zelf een componist en dansliefhebber, was een groot bewonderaar van de twee hierboven genoemde werken. Hij vond Sylvia zelfs beter dan zijn eigen Zwanenmeer. Hij beschouwde Delibes ook als een betere componist dan Johannes Brahms, maar op zich heeft dit blijk van waardering weinig waarde, rekening houdend met het feit dat Tsjaikovski Brahms omschreef als "een talentloze bastaard". Een zeer bekend wijsje uit dit ballet is het Divertissiment - Pizzicato.
|
In 1882 schreef Delibes een pastiche van deuntjes en dansen voor Le roi s'amuse van Victor Hugo (hetzelfde werk waarop Verdi de figuur van Rigoletto had gebaseerd).
Zijn beroemdste opera Lakmé (1883) vertelt het verhaal van een onmogelijke liefde tussen een Brits officier en Lakmé, de dochter van een Indische priester in het India van de 19e eeuw. De scène et légende de la fille du paria (scène en verhaal van de dochter van de paria) met zijn Air des clochettes (in Nederland bekend als de klokjesaria) waarin Lakmé bijna bezeten zingt over een legendarisch klokje in de wouden, is een bravourestuk voor coloratuursopranen.
Een andere, zeer bekende, aria uit deze opera is het Bloemenduet, (Duo des fleurs) een barcarolle.[1]
Ook het duet D'où viens-tu? Que veux-tu (Van waar kom je? Wat wil je?) wordt als een uitdaging voor de zangers beschouwd.
Bij zijn overlijden in 1891 liet Delibes een onvoltooide opera achter, Kassya. Deze opera werd later door Jules Massenet voltooid.
Slotbeschouwing
bewerkenDelibes is de geschiedenis ingegaan als een meester van de traditionele Franse muziek, licht en melodieus. Of zoals hij zelf zei: « Pour ma part, je suis reconnaissant à Wagner des émotions très vives qu’il m’a fait ressentir, des enthousiasmes qu’il a soulevés en moi. Mais si, comme auditeur, j’ai voué au maître allemand une profonde admiration, je me refuse, comme producteur, à l’imiter. ». Vrij vertaald : "Ik ben Wagner erkentelijk voor de levendige emoties die hij mij liet voelen, het enthousiasme dat hij bij mij heeft opgewekt. Maar hoewel ik, als luisteraar, de Duitse meester mijn bewondering toedraag, weiger ik, als producent, hem te imiteren."
Composities
bewerkenWerken voor orkest
bewerken- Suite No. 1 uit het ballet La Source
- Suite No. 2 uit het ballet La Source
- Intermezzo uit het ballet La Source
- Suite No. 3 uit het ballet La Source
Missen, cantates en gewijde muziek
bewerken- 1859 La nuit de Noël, voor 4 mannenstemmen
- 1865 Alger, cantate voor sopraan, gemengd koor en orkest
- 1865 Hymne de Noël, voor zangkoor
- Messe brève, voor twee kinderstemmen en orgel
- Noël, voor 3 dezelfde stemmen
Muziektheater
bewerkenOpera's
bewerkenVoltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1857 | Maître Griffard | 1 akte | 3 oktober 1857, Parijs, Théâtre-Lyrique | Eugène Mestépès en Adolphe Jaime |
1859 | L'Omelette à la Follenbuche | 1 akte | 8 juni 1859, Parijs, Bouffes-Parisiens | Eugène Labiche en Marc Michel |
1859-1860 | Monsieur de Bonne-Étoile | 1 akte | 4 februari 1860, Parijs, Bouffes-Parisiens | Philippe Émile François Gille |
1859 | La fille du golfe | 1 akte | ||
1863 | Le Jardinier et son seigneur | 1 akte | 1 mei 1863, Parijs, Théâtre-Lyrique | Michel Carré en Théodore Barrière |
1863 | La Tradition | proloog in versvorm | 5 januari 1864, Parijs, Bouffes-Parisiens | H. Derville |
1865 | Le Bœuf Apis | 2 aktes | 15 april 1865, Parijs, Bouffes-Parisiens | Philippe Émile François Gille en Eugène Furpille |
1867 | Malbrough s'en va-t-en guerre; samen met: Georges Bizet, Emile Jonas en Edouard Legouix (aktes 1 tot 3) |
4 aktes | 13 december 1867, Parijs, Théâtre de l'Athénée | Paul Siraudin en William-Bertrand Busnach |
1869 | Le Cour du roi Pétaud | 3 aktes | 24 april 1869, Parijs, Théâtre des Variétés | Philippe Émile François Gille en Adolphe Jaime |
1873 | Fleur-de-lys | 1 akte | 5 april 1873, Londen, The Royal Philharmonic Theatre | Henry Brougham Farnie |
1873 | Le Roi l'a dit | 3 aktes | 24 mei 1873, Parijs, Opéra-Comique | Pierre Edmond Julien Gondinet |
1880 | Jean de Nivelle | 3 aktes | 8 maart 1880, Parijs, Opéra-Comique | Pierre Edmond Julien Gondinet en Philippe Émile François Gille |
1883 | Lakmé | 3 aktes | 14 april 1883, Parijs, Opéra-Comique | Pierre Edmond Julien Gondinet en Philippe Émile François Gille, naar Pierre Loti |
1893 | Kassya; voltooid door Jules Massenet | 4 aktes | 24 maart 1893, Parijs, Opéra-Comique | Henri Meilhac en Philippe Émile François Gille, gebaseerd op het verhaal "Frinko Balaban" van Leopold von Sacher-Masoch |
La princesse Ravigote | 3 aktes | is verloren gegaan | ||
Le roi des montagnes | 3 aktes | enkel schetsen overgeleverd |
Operettes
bewerkenVoltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1856 | Deux Sous de charbon ou Le Suicide de bigorneau | 1 akte | 9 februari 1856, Parijs, Folies-Nouvelles | Jules Moinaux |
1856 | Deux Vieilles Gardes | 1 akte | 8 augustus 1856, Parijs, Bouffes-Parisiens | Théodore Ferdinand Vallon de Villeneuve en Alphonse Lemonnier |
1856 | Six Demoiselles à marier | 1 akte | 12 november 1856, Parijs, Bouffes-Parisiens | Ernest Jaime en Adolphe Choler |
1861 | Les Musiciens d'orchestre; samen met: Jacques Offenbach, Jules Erlanger en Aristide Hignard |
2 aktes | 25 januari 1861, Parijs, Bouffes-Parisiens | de Forges en A. Bourdois |
1862 | Mon Ami Pierrot | 1 akte | juli 1862, Bad Ems, Kursaal | Lockroy, eigentlijk: Joseph Philippe Simon |
1864 | Le Serpent à plumes | 1 akte | 16 december 1864, Parijs, Bouffes-Parisiens | Philippe Émile François Gille en Cham, eigentlijk: Amadée-Charles-Henry de Noé |
1864 | Grande nouvelle | 1 akte | ||
1869 | L'Écossais de Chatou | 1 akte | 16 januari 1869, Parijs, Bouffes Parisiens | Philippe Gille en Adolphe Jaime |
Le Don Juan suisse | 4 aktes | is verloren gegaan |
Balletmuziek
bewerkenVoltooid in | titel | aktes | première | libretto | choreografie |
---|---|---|---|---|---|
1866 | La source, ou Naila; samen met: Léon Minkus | 3 aktes | 12 november 1866, Parijs, Opéra Garnier | Charles Nuitter en Saint-Léon | Arthur Saint-Leon |
1867 | Valse ou Pas de fleurs; dans-divertissement voor de reprise van Adolphe Adams Le Corsaire |
12 november 1867, Parijs, Opéra Garnier | |||
1870 | Coppélia, ou La fille aux yeux d’émail | 2 aktes | 25 mei 1870, Paris, Opéra Garnier | Charles Nuitter, naar E.T.A. Hoffmanns vertelling Der Sandmann, (1816), en Adolphe Adams opéra comique La Poupée de Nuremberg, (1852) |
Arthur Saint-Leon |
1876 | Sylvia, ou La nymphe de Diane | 3 aktes | 14 juni 1876, Parijs, Opéra Garnier | Jules Barbier en Louis Mérante | Louis Merante |
Toneelmuziek
bewerken- 1862 Les Eaux d'Ems - libretto: Hector Crémieux en Ludovic Halévy - première: zomer 1861, Bad Ems, Kursaal
- 1882 Le roi s’amuse - voor het toneelstuk van Victor Hugo - première: Parijs, Comédie-Française
Werken voor koren
bewerken- 1865 Pastorale, voor 4 mannenstemmen
- 1866 Les lansquenets, voor 4 mannenstemmen
- 1866 Les chants lorrains, voor 4 mannenstemmen
- 1866 Marche de soldats, voor 4 mannenstemmen
- 1866 Avril, voor zangkoor
- 1867 Au printemps, voor 3 gelijke stemmen
- 1867 Chant de la paix, voor 4 mannenstemmen, of 6 gemengde stemmen, of 3 tot 4 gelijke stemmen
- 1868 Trianon, voor 4 mannenstemmen
- 1868 La cour des miracles, voor 4 mannenstemmen
- 1874 Les abeilles, voor 3 gelijke stemmen
- 1874 Les pifferari, voor 3 gelijke stemmen
- 1874 L’écheyeau de fil, voor 3 gelijke stemmen
- 1877 Le pommier, voor 3 gelijke stemmen
- 1877 La mort d’Orphée, lyrische scène voor tenor; stem en orkest
- 1884 Voyage enfantin, voor 3 gelijke stemmen
- C’est Dieu, voor zangkoor
- En avant, voor 3 dezelfde stemmen
- Le dimanche, voor 2 of 3 stemmen
- Les norvégiennes, voor 2 vrouwenstemmen met begeleiding
- 1895 Les nymphes de bois, voor 2 vrouwenstemmen met begeleiding
- Les prix, voor 2 dezelfde stemmen met begeleiding
Vocale muziek
bewerken- 1874 Les filles de Cadix, voor zangstem en piano - tekst: Alfred de Musset
Werken voor piano
bewerken- 1882 Le roi s’amuse, «six airs de danse dans le style ancien», dansen
- Gaillarde
- Pavane
- Scene du bouquet
- Lesquercarde
- Madrigal
- Passepied
- Final
Bewerkingen
bewerken- La Marseillaise, arrangement voor mannenstemmen (datum onbekend)
Bibliografie
bewerken- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
- B.B. Klier, C. P. Cronin: Theodore Pavie's "Les babouches du Brahmane" and the story of Delibes's "Lakmé", Opera Quarterly: 12:19-33 N4 1996
- Jerome Mitchell: More Scott operas : further analyses of operas based on the works of Sir Walter Scott, Lanham: University Press of America, Inc., 1996, 328 p.
- Mario Morini, Piero Ostali Jr.: Casa Musicale Sonzogno : Cronologie, Saggi, testimonianze : secondo volume, Milano: Casa Musicale sonzogno di Piero Ostali, 1995, 907 p.
- G. Rohde: Liebe, Wahnsinn, Gift und Tod : "Lucia di Lammermoor" an der Bastille-Opera, "Lakmé" an der Opera Comique, Opernwelt N3:24-5 Mar 1995
- Paris Lakme est de retour: tintez, clochettes! il, Diapason (France) N412:18 Feb 1995
- William E. Studwell: Leo Delibes : an essay and bibliography, Music Reference Services Quarterly 4:43-9 N2 1995
- William E. Studwell: Adolphe Adam and Leo Delibes. A Guide to Research - Garland Composer Resource Manual, New York: Garland Pub, 1987., x, 248 p.
- Andrew Lamb: Garrett pulls it off with style, Classic Cd N58:56 Feb 1995
- Francis Claudon: Dictionnaire de l'opéra-comique français, Paris: Peter Lang, 1995, 531 p., ISBN 978-3906753423
- I. Fox: Ireland : Padmore's goodbye gifts, Opera (England) 45:341-2 Mar 1994
- C. O'Riley: Viens, Mallika, Piano & Keyboard N166:32-5 Jan-Feb 1994
- Leighton Kerner: Music Igor beavers, Village Voice: 39:86 Oct 4 1994
- Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
- Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
- Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. eränzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
- L. Zamponi: Alchimie und Tanz : Susanne Kirnbauer inszenierte Delibes' Coppelia, Österreichische Musikzeitschrift 48:50 Jan 1993
- Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
- Franco Rossi, Michele Girardi: Indice Dei Nomi, in: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1792-1936, Venezia: Albrizzi Editore, 1989, 491 p., ISBN 88 7837 007 X
- M. Weber: Attraktive Puppenfräuleins : Susanne Kirnbauer choreographiert Coppelia an der Wiener Volksoper, Bühne, Dec 1992, p. 50
- Bertrand Pouradier Duteil: Les musiciens et les Hauts-de-Seine, Sogemo, 1991, 159 p.
- E. Johnson: Gounod or Delibes? - authorship of the ballet music in Faust, Opera (England) 42:276 Mar 1991
- Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
- Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene eine Geschichte des Musiketheaters; das 19. Jahrhundert, Basel: Bärenreiter Kassel, 1991, 974 p.
- Piero Santi: Repertorio di musica sinfonica - Gli autori, le composizioni dal Seicento a oggi, Ricordi, 2001, 1060 p., ISBN 978-8-809-02255-3
- Franco Mannino, Giuseppe Triggiani: Il melodramma nel mondo 1597-1987, Bari: Levante Editori-Bari, 1988, 378 p.
- Lamberto Trezzini: Indice Dei Nomi, in: Due secoli di vita musicale storia del teatro comunale di Bologna, Seconda edizione, Nuova Alfa Editoriale, 1987, 362 p., ISBN 978-8877790026
- Mária Kerényi: A Lakmé Debrecenben, Muzsika 30:29-30 May 1987
- Norman E. Smith: March music notes, Lake Charles, La.: Program Note Press, 1986, ISBN 978-0-9617346-1-9
- Norman E. Smith: Band music notes, Revised edition, San Diego, California: Niel A. Kjos, Jr., 1979, 299 p., ISBN 978-0849754012
- Sven G. Winquist: Musik i svenska ljudfilmer 1950-1959, Stockholm: Svensk Musik, 1985, 194 p., ISBN 978-9185470235
- Richard Traubner: Operetta : a theatrical history, London: Victor Gollancz Ltd., 1984
- Walter Salmen, Gabriele Busch-Salmen: Musiker im Porträt, München: C. H. Beck, 1982-1984, 5 Bände p. (I. "Von der Spätantike bis 1600", 1982., 200 S.: ISBN 3-406-08450-8; II. "Das 17. Jahrhundert", 1983., 184 S.: ISBN 3-406-08451-6; III. "Das 18. Jahrhundert", 1983., 186 S.: ISBN 3-406-08452-4; IV. "Das 19. Jahrhundert", 1983., 187 S.: ISBN 3-406-08453-2; V. "Das 20. Jahrhundert", 1984., 191 S.: ISBN 3-406-08454-0)
- Spire Pitou: The Paris opera. - An encyclopedia of operas, ballets, composers, and performers; growth and grandeur, 1815-1914, New York: Greenwood Press, 1990, 1608 p., ISBN 978-0-313-26218-0
- Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; A-L, New York: Greenwood Press, 1990, 816 p., ISBN 978-0-313-27782-5
- Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; M-Z, New York: Greenwood Press, 1990, 768 p., ISBN 978-0-313-27783-2
- Christian Doumet, Claude Pincet: Les musiciens français (Reliure inconnue), Rennes: Editions Ouest-France (1 février 1982), 438 p., ISBN 978-2-858-82420-5
- Margie Viola Boston: An essay on the life and works of Léo Delibes, Iowa (Iowa City). 1981. dissertation.
- Dietmar Fritzsche: Ballett-Premiere Don Parasol an der Komischen Oper Berlin, Musik und Gesellschaft 31:627-9 Oct 1981
- J.R. Turner: Nineteenth-century autograph music manuscripts in the Pierpont Morgan Library. A check list, 19th Century Music 4:54 N1 1980
- H. Earle Johnson: First performances in America to 1900 : works with orchestra, Detroit: Information Coordinators, 1979, 446 p.
- Renata Wagner: Neuer Opern Führer : Liederspiel-Oper-Operette-Musical, Vienna: Prisma Verlag, 1979
- Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
- Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
- Brigitte Labat-Poussin, Jean Favier: Personnels des Theatres (Table), in: Archives du Théâtre national de l'Opéra. (AJ13 1 à 1466), Inventaire, Paris: Archives Nationales, 1977, 677 p.
- Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
- Jose Bruyr: L'operette des musiciens, in: L'operette, Paris: Presses Universitaires de France, 1974, 26 p.
- Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
- Frits Noske: French song from Berlioz to Duparc - The origin and development of the melodie, New York: Dover Publications, Inc., 1970
- Martin Hurlimann, Ernst Roth: Composers' autographs, Vol. 2: from Schubert to Stravinsky, London: Cassell, 1968, 181 p.
- C.W. Best: Mr. and Mrs C.W. Best collection of autographs in the Mary M. Vial Music Library of the Oberlin College Conservatory of Music, Oberlin, Ohio: Oberlin College Library, 1967, 55 p.
- Gunter Pussiger: Der große Heyne-Opernführer, München: Wilhelm Heyne Verlag, 1967
- José Subira: Cien operas : autores personajes argumentos, Madrid: Editorial Prensa Espanola, 1967
- David Ewen: Great composers 1300-1900 - A biographical and critical guide, New York: H. W. Wilson Company, 1966, 429 p., ISBN 978-0-8242-0018-3
- David Ewen: The complete book of classical music, Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall, 1989, 968 p., ISBN 978-0709038658
- Zenei lexikon, Budapest: Zeneműkiadó Vállalat, 1965
- I. Davidson: Léo Delibes' Ballets, Music Journal. 20 (1962), Jan., S. 87-88 und 116.
- I. Davidson: Balety Deliba. (Delibes' Ballette), Sovetskaja Muzyka. 25 (1961), H. 2, S. 79-83.
- Dominique Blaize: La 1500e de "Lakmé", Musica-Disques. 1961, H. 84, S. 2~30.
- André Coquis: Léo Delibes, sa vie et son oeuvre (1836-1891), Paris: Richard-Masse 1958.
- Emanuel Winternitz: Musical autographs from Monteverdi to Hindemith, Princeton, NJ: Princeton University Press, 1955, no pagination p.
- Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
- Jean Boyer: Kurzgefasste Geschichte der französischen Musik, Wiesbaden: Breitkopf & Härtel, 1953, 240 p.
Externe links
bewerken- Bladmuziek van Delibes op de website van het International Music Score Library Project
- (en) Léo Delibes in de Internet Movie Database
- ↑ In de jaren 90 werd dit duet door British Airways in reclamespotjes gebruikt.