Barokpop
Barokpop (ook wel barokrock genoemd) is een muziekgenre waarbij rock en popmuziek gecombineerd wordt met bepaalde elementen uit de barokmuziek.[1] De stijl ontstond in het midden van de jaren '60 van de twintigste eeuw toen artiesten een majestueus orkestgeluid in hun nummers nastreefden. Nummers uit dit genre zijn te herkennen aan de instrumentatie en compositie in de stijl van barokmuziek, de contrapuntische melodieën, harmonieën en aan hun dramatische of melancholische voorkomen. Veelal wordt een klavecimbel gebruikt en wordt gebruikgemaakt van strijk- en blaassecties.[1]
Barokpop | ||||
---|---|---|---|---|
Een elektrische klavecimbel
| ||||
Stilistische oorsprong | Rock, Klassiek, Pop en Barok | |||
Culturele oorsprong | Jaren '60 Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk | |||
Vaak toegepaste instrumenten |
Klavecimbel, Violen, Hoorn en Hobo | |||
|
Ontstaan
bewerkenAl vanaf de jaren '40 werden klavecimbels in popopnamen gebruikt. Vanaf het midden van de jaren '60 werd deze door meer producers (o.a. Phil Spector en Brian Wilson van The Beach Boys)[2] naar de voorgrond geplaatst van het muziekarrangement.[2] Ten dele geïnspireerd door het geluid van In My Life van The Beatles uit 1965, werd de klassieke instrumentatie door meer bands geadopteerd in hun arrangementen vanaf begin 1966. De term "barokrock" werd voor het eerst gebruikt in promotiemateriaal voor The Left Banke, die klavecimbels en violen gebruikten in hun arrangementen. Hun nummer Walk Away Renée is exemplarisch voor het genre.[2]
In de jaren '70 verloor het genre aan populariteit, onder andere door het opkomen van punkrock, disco en hardrock.
Achtergrond
bewerkenEind jaren '50 en begin jaren '60 werd een enkele keer de klavecimbel op de voorgrond van een arrangement geplaatst. Bijvoorbeeld door The Jamies in het nummer "Summertime, Summertime" uit 1958[3] of door The Beach Boys met "When I Grow Up (To Be a Man)" uit 1965. Redacteur Forrest Wickman van Slate acht Brian Wilson en George Martin (producer van the Beatles) het "meest verantwoordelijk" te zijn voor de verschuiving van popmuziek in de richting van barokpop.[4]
The Beatles maakten gebruik van de klassieke muzikale kwaliteiten van George Martin, die een klavecimbelsolo inspeelde voor het nummer "In My Life", dat op het album Rubber Soul verscheen, eind 1965.[3] (N.B. In werkelijkheid speelde hij de solo op een piano, terwijl de opnameband op halve snelheid draaide. De versnelde piano klinkt als een klavecimbel.) De auteur Joe Harrington stelde dat na het verschijnen van dit nummer, steeds meer "Barokrock"-werken hun intrede deden. Producer Tommy LiPuma zei daarover: "Nadat The Beatles dat klavecimbelgeluid lieten horen in 'In My Life', begon menig popproducer ook van dit geluid gebruik te maken."[3]
Opkomst
bewerkenHet genre vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. In het begin van 1966 werd door diverse bands en barok- en klassieke instrumentatie toegepast onder de naam "barockrock". Het singletje She's Not There van The Zombies uit 1964 kan gemarkeerd worden als het startpunt voor Britse barokpop. Het nummer inspireerde Michael Brown om The Left Banke te vormen. Hun single "Walk Away Renée" wordt gezien als eerste herkenbare barokpopsingle. Anderzijds werd door Decider geschreven dat het album Pet Sounds van The Beach Boys uit mei 1966 "almost single-handedly created the idea of 'baroque pop.'"[5] Op het album is onder andere in God Only Knows de klavecimbel prominent aanwezig.
Voorbeelden
bewerkenEnkele voorbeelden van nummers in het genre:
- The Beatles - Eleanor Rigby (1966)
- Procol Harum - A Whiter Shade of Pale (1967)
- The Moody Blues - Nights in White Satin (1967)
Enkele voorbeelden van albums in het genre:
- The Zombies - Odessey and Oracle (1967)
- David Bowie - David Bowie (1967)
Een voorbeeld van een Nederlandstalig barokpopalbum is Picknick (1967) van Boudewijn de Groot.
Bibliografie
bewerken- Gendron, Bernard (2002). Between Montmartre and the Mudd Club: Popular Music and the Avant-Garde. University of Chicago Press. ISBN 978-0-226-28737-9.
- Harrington, Joe S. (2002). Sonic Cool: The Life & Death of Rock 'n' Roll. Hal Leonard Corporation. ISBN 978-0-634-02861-8.
- Hawkins, Stan (2015). Queerness in Pop Music: Aesthetics, Gender Norms, and Temporality. Routledge. ISBN 978-1-317-58972-3.
- Jackson, Andrew Grant (2015). 1965: The Most Revolutionary Year in Music. Thomas Dunne Books. ISBN 978-1-250-05962-8.
- (sk) Perný, Lukáš (2014). Music Counterculture at the Break of 1960s and 1970s in the Culturological Perspective. Univerzita Konštantína Filozofa v Nitre, Filozofická fakulta, Katedra kulturológie. ISBN 978-80-558-0677-8.
- Unterberger, Richie (2014). Urban Spacemen & Wayfaring Strangers: Overlooked Innovators & Eccentric Visionaries of '60s Rock. BookBaby. ISBN 978-0-9915892-4-1. Geraadpleegd op 13 januari 2019.
- White, Michael (2015). Popkiss: The Life and Afterlife of Sarah Records. Bloomsbury Publishing. ISBN 978-1-62892-220-2.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Baroque pop op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ a b Smith, Steve, "Steve Smith: Wyman and Taylor join the Rolling Stones onstage; Coldplay takes a break", Pasadena Star-News, 29 november 2012. Gearchiveerd op 3 december 2012. Geraadpleegd op 13 januari 2019.
- ↑ a b c "Via Spector and serendipity, the harpsichord invaded pop", The Boston Globe, 22 januari 2016.
- ↑ a b c Myers, Marc (30 oktober 2013). Bach & Roll: How the Unsexy Harpsichord Got Hip. The Wall Street Journal.
- ↑ George Martin, the Beatles Producer and "Fifth Beatle," Is Dead at 90. Slate (9 maart 2016).
- ↑ The Album May Be Dead, But The Beach Boys’ Classic ‘Pet Sounds’ Lives On In New Documentary. Decider. Geraadpleegd op 20 april 2017.